Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft aangegeven dat de recente verhogingen van sociale uitkeringen nu pas kunnen worden gerealiseerd, omdat er eerder simpelweg geen geld was.
De verhogingen wekken de indruk dat ze worden doorgevoerd met het oog op de komende verkiezingen, wat doet denken aan de politieke strategieën van eerdere regeringen die soortgelijke maatregelen namen om de samenleving in de aanloop naar verkiezingen te ondersteunen. Toch lijkt het erop dat er nu wél voldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor deze verhogingen, ondanks de financiële moeilijkheden in het verleden.
Tegelijkertijd zijn er aanzienlijke schulden bij bedrijven zoals Energie Bedrijven Suriname (EBS), de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) en Telesur, waarvoor de regering nog betalingen moet voldoen. Minister Ramdin benadrukt echter dat er nu prioriteit wordt gegeven aan zaken die lange tijd bleven liggen, ondanks eerdere tekorten. Hij stelt dat het belangrijk is de koopkracht van de bevolking te versterken, en dat de eerste verhogingen al in september 2020 werden doorgevoerd voor de groepen die deze het hardst nodig hadden.
Suriname heeft recent een positieve beoordeling ontvangen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), wat heeft bijgedragen aan het creëren van meer financiële ruimte om de gemeenschap verder tegemoet te komen. De minister benadrukt echter dat deze verhogingen geen verkiezingsstunt zijn, zoals vaak wordt gesuggereerd.
Hij wijst erop dat de regering niet alleen populistische maatregelen heeft genomen, maar ook impopulaire stappen heeft gezet, zoals het afbouwen van subsidies bij bedrijven zoals EBS. Dit is niet typisch voor verkiezingsstrategieën. Volgens Ramdin is de regering meer gefocust op het nemen van moeilijke langetermijnbeslissingen dan op kortetermijnwinst in de aanloop naar de verkiezingen.
In wezen lijkt de regering dus te proberen een balans te vinden tussen het verbeteren van de economische situatie van de samenleving en het nakomen van financiële verplichtingen, terwijl ze tegelijkertijd moeilijke keuzes maakt die noodzakelijk zijn voor de duurzaamheid van het land op lange termijn.