NDP-topper en tevens ex-assembleelid AndrƩ Misiekaba pleit ervoor dat bij de behandeling van het grondenrechtenvraagstuk een duidelijke balans wordt gevonden tussen de belangen van de inheemse en tribale volkeren en de rest van de samenleving. Hij ziet het tijdens deze regeerperiode niet meer goed komen, omdat de regering en het parlement al in de verkiezingsmodus zitten.
Misiekaba stelt daarom voor om dit vraagstuk over te laten aan de komende regering, die het moet afhandelen. De standpunten zijn duidelijk, hoewel het niet eenvoudig is. In gesprek met ATV zegt Misiekaba dat de dorpen bij wet erkend moeten worden. De centrale overheid moet de rechten erkennen, waarna verdere stappen kunnen worden genomen. Zolang dit uitblijft, lijkt er geen vooruitgang te worden geboekt.
Hij ging ook in op de deal met Chinalco. Hij stelt dat de overheid vooraf toestemming moet vragen aan de dorpelingen en hen moet informeren over de plannen. Dit alles in het kader van Free, Prior, and Informed Consent (FPIC). Dit concept wordt gebruikt om de rechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen te beschermen, vooral in situaties waarin hun land, hulpbronnen of leefomgeving worden aangetast door externe projecten, zoals mijnbouw, boskap of infrastructuurontwikkeling.
Misiekaba is blij dat de bewoners van het gebied hebben geprotesteerd en dat ook vanuit de politiek een signaal is gegeven om de zaak on hold te plaatsen. Hij pleit voor het opnieuw bespreken van de conceptwet, waarover het parlement en de regering zich in eerste instantie al hadden uitgesproken.
Daarna is een nota van wijziging toegevoegd, waardoor de zaak opnieuw is vastgelopen. De NDP-topper eist dat deze wijziging wordt geschrapt, zodat er een basis is om verder van gedachten te wisselen.
