Paraguay heeft de kandidatuur van zijn minister van Buitenlandse Zaken, Rubén Ramírez Lezcano, voor secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) ingetrokken. De beslissing werd gepresenteerd met krachtige kritiek op de steun van Brazilië en Uruguay voor minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.
Paraguay’s president, Santiago Peña, verklaarde in een officiële boodschap dat hij “abrupt en zonder verklaring” werd geïnformeerd door “bevriende landen in de regio” dat zij hun steun voor Paraguay’s kandidatuur hadden ingetrokken. Peña gaf aan dat deze landen hun aanvankelijke betrokkenheid hadden veranderd en besloten Ramírez niet langer te steunen. “Door haar rijke geschiedenis heen heeft Paraguay altijd haar standpunten gebaseerd op hoge principes en waarden, en het zal deze niet verlaten voor een specifieke verkiezing of situatie,” voegde de president eraan toe.
Hoewel Peña de landen niet direct bij naam noemde, lijkt zijn kritiek gericht op de presidenten Lula da Silva van Brazilië en de onlangs verkozen president van Uruguay, Yamandú Orsi. Informatie die het Argentijnse nieuwsplatform Infobae heeft ontvangen, suggereert dat Lula en Orsi oorspronkelijk hun steun hadden beloofd aan Ramírez, maar uiteindelijk besloten de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, te steunen. Deze wijziging zou een geopolitieke zet zijn geweest, mogelijk beïnvloed door de invloed van de Verenigde Staten in de regio, met Donald Trump als een belangrijke speler.
Orsi’s recente aantreden als president van Uruguay markeerde een belangrijk moment in de regionale diplomatie. Het lijkt erop dat hij samen met Lula, de Chileense president Gabriel Boric en de Colombiaanse president Gustavo Petro besloten om gezamenlijk Ramdin te steunen. Dit blok van linkse leiders hoopt een evenwicht te creëren in de regionale machtsverhoudingen, in reactie op de dominantie van de Verenigde Staten in de continentale politiek.
Ramdin, die bekend staat om zijn uitgebreide diplomatieke ervaring, heeft de steun verworven van landen zoals Brazilië, Uruguay, Chili, Colombia en Bolivia. De steun van deze landen wordt gepresenteerd als een strategische zet om de eenheid in de regio te versterken, multilateralisme te bevorderen en democratische instellingen te consolideren. In een officiële verklaring verklaarden de regeringen van Costa Rica, Ecuador en de Dominicaanse Republiek ook hun steun voor Ramdin, waarbij ze benadrukten dat minister Ramdin een belangrijk perspectief kan bieden om de huidige uitdagingen in de regio aan te pakken.
Naast de steun van de hierboven genoemde landen, heeft ook Canada aangekondigd dat het voor Ramdin zal stemmen. Guatemala, Mexico en andere landen uit de Caricom hebben zich ook bij deze steunbetuigingen gevoegd, wat minister Ramdin in een sterke positie plaatst om de positie van OAS-secretaris-generaal te bemachtigen.
De kandidatuur van Ramdin is echter niet zonder uitdagingen. De Verenigde Staten, die lange tijd een dominante rol in de OAS hebben gespeeld, hebben verklaard dat ze twijfelen aan de relevantie van de organisatie in de huidige geopolitieke context. Er wordt gespeculeerd dat de Amerikaanse regering onder leiding van president Donald Trump mogelijk haar steun voor de OAS-secretaris-generaal verkiezing zal heroverwegen, vooral gezien de gewijzigde politieke verhoudingen in de regio.
Een belangrijk punt van verschil tussen de twee kandidaten is hun benadering van Venezuela. Ramírez heeft een harde houding tegenover het regime van Nicolás Maduro, terwijl Ramdin bekend staat om zijn meer verzoenende benadering van Venezuela. Dit verschil in benadering lijkt goed aan te sluiten bij de geopolitieke voorkeuren van de landen die hem steunen, met name de linkse regeringen in Brazilië, Uruguay en andere landen in Latijns-Amerika.
Op 10 maart zal de OAS-verkiezing plaatsvinden, en de steun van landen zoals Costa Rica, Ecuador en de Dominicaanse Republiek zal cruciaal zijn voor het succes van Ramdin. Terwijl de regio zich voorbereidt op de verkiezingen, blijft het de vraag of de Verenigde Staten zich zullen uitspreken voor of tegen de Surinaamse minister, en welke rol de OAS in de toekomst zal spelen op het continent.