Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) kijkt tevreden terug op de inspanningen van zijn team sinds zijn aantreden op 2 mei 2023. Hoewel er flinke stappen vooruit zijn gezet, erkent hij dat er nog veel werk aan de winkel is.
Bij zijn aantreden trof Ori een sector vol uitdagingen: financiële tekorten, onrustige vakbonden en gedemotiveerde leerkrachten. Toch slaagde hij erin om de motivatie onder onderwijzend personeel te herstellen. Volgens de minister was het verbeteren van de onderwijskwaliteit en het vergroten van de aandacht voor schoolleiders en docenten een van zijn speerpunten.
Een belangrijke ontwikkeling is het landelijke renovatieprogramma, waarbij ongeveer 110 scholen worden aangepakt. “Dit is een essentiële stap om de randvoorwaarden voor goed onderwijs te verbeteren,” verklaarde Ori in de talkshow Tak’ kon mit’ mi op GOV TV.
Ondanks enig verzet worden de geplande vernieuwingen in het basisonderwijs doorgezet. Ori benadrukt dat het onderwijs moet meebewegen met de veranderende wereld. Dit betekent dat het curriculum wordt aangepast aan de eisen van de moderne arbeidsmarkt en de technologische vooruitgang.
Volgens de minister liggen de grootste problemen in de sector bij geld en management. Hij schat dat er ongeveer US$ 250 miljoen nodig is om alle noodzakelijke uitgaven te dekken.
“De politiek en samenleving moeten begrijpen dat het tijd is om flink te investeren in onderwijs, zodat we geen verdere achterstanden oplopen,” aldus Ori. Ook pleit hij voor extra incentives om leerkrachten te blijven motiveren en de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden.