Het Staatsziekenfonds (SZF) is niet betrokken bij het sturen van kankerpatiënten of pasgeboren baby’s met hartafwijkingen naar het buitenland, aldus algemeen directeur Jane Harkisoen in een gesprek met Suriname Herald. Volgens haar is het niet het SZF dat patiënten naar het buitenland stuurt voor medische behandelingen, maar het ministerie van Volksgezondheid.
Harkisoen merkt op dat patiënten vaak denken dat het SZF bepaalt wie naar het buitenland wordt gestuurd. Op dit moment staan er vermoedelijk zestien kankerpatiënten op de lijst die dringend naar het buitenland moeten voor behandeling. Patiënten geven echter aan dat er geen middelen beschikbaar zijn om te vertrekken.
“Wij van het SZF betalen niet voor patiënten om naar het buitenland te gaan. Het SZF is alleen verantwoordelijk voor behandelingen in Suriname en het verstrekken van medicatie,” legt Harkisoen uit. Ze benadrukt dat mensen die naar het buitenland moeten voor behandeling, zoals kankerpatiënten of kinderen met ernstige hartafwijkingen, onder de Afbouwregeling Medische Uitzendingen Lokale Opbouw Voorziening (Armulov) vallen.
De directeur geeft aan dat het ministerie van Volksgezondheid verantwoordelijk is voor de financiering en het proces. De behandelende arts moet een aanvraag indienen bij de afdeling Armulov, en een geneeskundige commissie van het ministerie bepaalt wie in aanmerking komt voor uitzending. Deze commissie beslist ook naar welk land de patiënt wordt gestuurd, afhankelijk van de aandoening en de medische expertise in dat land.
Harkisoen legt uit dat het ministerie van Volksgezondheid de kosten dekt via het Armulov-budget. Het SZF biedt logistieke hulp, zoals het regelen van visums, verblijf en afspraken met ziekenhuizen. “Voor de betaling is het ministerie verantwoordelijk, ook als de patiënt een SZF-verzekering heeft. Het ministerie heeft hiervoor een aparte begroting,” zegt ze.
De SZF-directeur benadrukt dat het budget van het SZF uitsluitend bedoeld is voor behandelingen in Suriname en het verstrekken van medicatie. “De technische commissie geeft de goedkeuring voor uitzending naar het buitenland, en het ministerie van Volksgezondheid zorgt voor de financiering,” besluit Harkisoen.
