Volgens bestuurskundige Eugéne van der San is het overduidelijk dat de huidige regering, politieke tegenstanders wil uitschakelen. Hij doelt daarbij op de zaak van voormalig vicepresident Ashwin Adhin. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag bij de behandeling van de zaak in hoger beroep geëist dat het vonnis in eerste aanleg wordt vernietigd en dat ex-vicepresident wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan elf maanden en drie weken voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar.
Verder wordt geëist dat hij bezitting van de staat Suriname die zijn vernietigd, vergoedt. Volgens Van der San, ex-directeur van het Kabinet van de President, gaat men niet zomaar in hoger beroep. Hij begrijpt dat het onderdeel is van het rechtsproces, “maar men doet het voorkomen alsof men een stevige case heeft”.
Van der San wijst erop dat de kantonrechter de zaak reeds had afgewezen. Daarvoor was Adhin bijkans twee weken onterecht opgesloten. “Nu komt het OM plotseling op de proppen met een hoger beroep. Bovendien is de voormalige vp niet in staat van beschuldiging gesteld. Allemaal blunders”, vindt Van der San in gesprek met LIM FM.
Hij meent dat als de rechter reeds vonnis heeft gewezen men zich dan liever bezig kan houden met andere belangrijkere dingen. Van der San benadrukt geen drupje respect te hebben voor het OM.
Hij zegt goed te zullen opletten wat er nu in hoger beroep zal gebeuren. De bestuurskundige vindt dat Suriname een zwakke rechtsstaat heeft. Als voormalige kabinetsdirecteur ging hij ook in op de kwestie-Richano Santokhi.
De zoon van president Chan Santokhi heeft onlangs weer fel uitgehaald naar zijn vader en het OM. Van der San bracht naar voren, dat het vervolgingsapparaat zich geroepen moet voelen om de zoon van het staatshoofd te vervolgen.
“Als men Adhin kan vervolgen, moet dat ook kunnen bij de zoon van de eerste burger van het land.” Er zijn volgens Van der San genoeg zaken aangehaald door Richano die reden geven tot een strafrechtelijk onderzoek.