Vicepresident Ronnie Brunswijk is van mening dat staatsadviseur Paul Somohardjo geen werkruimte op het ministerie moet hebben, maar bij het Kabinet van de President hoort te zitten. Brunswijk deed deze uitspraak tijdens een interview met journalisten van D-TV en TBN. Dit gebeurde nadat Nasier Eskak, directeur van Binnenlandse Zaken, hem informeerde dat hij van hogerhand instructies had gekregen om de eerder ontruimde kamer opnieuw aan Somohardjo toe te wijzen.
Eskak gaf tevens aan dat de nieuwe onderminister van Binnenlandse Zaken, Maurits Hassankhan, eveneens goed zal worden gehuisvest. Brunswijk verklaarde aanvankelijk hier geen probleem mee te hebben. Echter, na aandringen van journalisten gaf de ABOP-leider aan dat Somohardjo’s aanwezigheid op het ministerie als provocerend en frustrerend wordt ervaren. “Wat zoekt hij hier?” vroeg Brunswijk zich af. Hij kondigde aan hierover met president Chan Santokhi in gesprek te zullen gaan.
Somohardjo, die eerder al had gereageerd, stelde verbaasd te zijn over het feit dat hij zijn kamer moest afstaan. Hij kreeg eerder instructies om zijn werkruimte te ontruimen, maar ontving vervolgens een uitnodiging van de president voor een onderhoud diezelfde dag.
Tijdens de beëdigingsceremonie van de nieuwe minister en onderminister van Binnenlandse Zaken zou Santokhi volgens Somohardjo hebben verklaard dat de Pertjajah Luhur (PL) nog steeds deel uitmaakt van de coalitie. Daarnaast zou de president hebben aangegeven dat er een onderzoek moet komen naar hoe het proces rond de ontruiming van de kamer verkeerd is gelopen.
Somohardjo gaf aan de bevindingen van de partijstructuren af te wachten voordat hij een besluit neemt over het al dan niet voortzetten van de samenwerking in de coalitie. Dit besluit zal zaterdag worden genomen tijdens de viering van de verjaardag van de partij.