De Wet Kinderombudspersoon is afgelopen donderdag met algemene stemmen (41 voor) aangenomen in De Nationale Assemblee (DNA). Het wetsvoorstel voorziet in een onafhankelijk klachtenmechanisme en geeft de kinderombudspersoon de bevoegdheid om toezicht te houden op de naleving van kinderrechten.
Harriet Ramdien (VHP), voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, stelde na de aanname van de wet dat dit een bewijs is dat De Nationale Assemblee zich inzet om de rechten van kinderen op orde te brengen.
Minister Krishna Mathoera, coördinator van de regering, gaf aan dat het goed is om te zien dat iedereen bezorgd is om kinderen en dat we vechten voor de rechten van de kinderen. David Abiamofo, minister van Justitie en Politie ad-interim zei dat het een grote stap is om kinderrechten in Suriname verder te waarborgen. Hij feliciteerde vooral de kinderen omdat hun belangen wordt beschermd met deze wet.
De minister benadrukte dat functionarissen die zich schuldig maken aan strafbare feiten tegen kinderen vervolgd kunnen worden volgens de geldende wetgeving. Daarnaast biedt de wet de kinderombudspersoon de mogelijkheid om onderzoek te doen naar bestuursdaden die in strijd zijn met de rechten van het kind. Er is besloten de benoemingstermijn van de kinderombudspersoon terug te brengen naar vier jaar, met de mogelijkheid tot herbenoeming na een herevaluatie.
De ombudspersoon moet de Surinaamse nationaliteit bezitten of minstens tien jaar ingezetene van Suriname zijn. Indien de kinderombudspersoon zich schuldig maakt aan strafbare feiten, kan deze door de president op non-actief worden gesteld. Ontslag kan pas plaatsvinden na een onherroepelijke uitspraak van de rechter, in lijn met het principe dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.
De wet voorziet in trainingen voor medewerkers van het instituut om burgers te helpen met het indienen van klachten. Ook kunnen klachten telefonisch worden ingediend. Verder kan de kinderombudspersoon bij ingewikkelde zaken de hulp van het Openbaar Ministerie inroepen.
Om de werking van het instituut te financieren, zullen naast middelen uit de staatsbegroting ook bijdragen van NGO’s worden gezocht. Het instituut wordt gecontroleerd door de president, en jaarlijks wordt op 30 november een verslag van de werkzaamheden aan zowel de president als DNA gepresenteerd.
Ramdien noemde de goedkeuring van de wet een “langgekoesterde wens” en drong aan op uitvoering. Ze benadrukte de noodzaak van toezicht, vooral op kindertehuizen, waar misstanden vaak voorkomen.
Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, stelde dat het parlement hoge verwachtingen heeft van de kinderombudspersoon. “We kijken uit naar begroting, hoeveel middelen ingezet zullen worden want we kunnen wetten aannemen, maar als we geen handen en voeten geven, bereiken we niets.”