Volgens het Green Climate Fund (GCF) kan Suriname in 2025 US$ 80 miljoen ontvangen op basis van de 10 miljoen carbon credits die het land heeft verzameld. Dit bedrag wordt mogelijk gemaakt door de mitigatiemaatregelen die zijn genomen in de bosbouwsector. Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) beschouwt dit als een mijlpaal voor Suriname.
Dit zei hij tijdens een persconferentie van de Regeringsraad die woensdag werd gehouden. De minister benadrukte dat er meerdere gunstige deals zijn afgesloten, waaronder Quick Climate Finance voor bedragen tot US$ 100.000.
Dasai gaf aan dat tijdens de gesprekken met financiers ook aandacht is gevraagd voor de effecten van klimaatsverandering in het binnenland van Suriname. Nu de fondsen beschikbaar zijn, moeten er binnen drie maanden projecten worden geschreven om toegang te krijgen tot deze middelen, aldus de ROM-minister.
Een ander positief punt is de oprichting van een “zero alliance” tussen Suriname en drie andere carbon-negatieve landen: Panama, Bhutan en Madagaskar. Binnen deze samenwerking wordt er gepleit voor meer capaciteitsversterking en financiering, zodat de landen hun carbon-negatieve status kunnen behouden. Volgens Dasai kunnen landen pas hun mitigatieresultaten verkopen als ze daadwerkelijk carbon-negatief zijn.
De minister wees erop dat de gevolgen van klimaatsverandering recentelijk duidelijk merkbaar zijn geweest in Suriname, zoals de zware rukwinden en het drooglopen van rivieren in het binnenland. Daarnaast benadrukte hij dat Suriname heeft gestreden tegen de bureaucratische barrières die de toegang tot klimaatsfinanciering belemmeren. Of de COP 29-conferentie in Azerbeidzjan succesvol zal zijn, moet nog blijken. De landen die op zoek waren naar klimaatfinanciering hadden graag een hoger bedrag ontvangen.
Dasai noemde een streefbedrag van 1,3 triljoen dollar per jaar, maar stelde vast dat de geïndustrialiseerde landen dit niet kunnen ophoesten. Er is besloten om een pot van 300 miljard dollar ter beschikking te stellen. Er blijft veel werk te doen om de juiste projecten te ontwikkelen en toegang te krijgen tot de beschikbare fondsen.
