De Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS) betreurt het verkeersongeval in het district Para, waarbij twee scholieren het leven hebben gelaten. Een van de latere slachtoffers werd door haar broer op de bromfiets naar school gebracht, omdat de schoolbussen in staking waren. OBS-voorzitter Antonius Pokie betreurt het gebeuren, maar benadrukt ook dat niet de OBS in actie was.
“Het kan zijn dat individuele bushouders in actie waren, maar niet de organisatie”, zegt Pokie. Hij merkt op dat leden niet verplicht kunnen worden om te rijden wanneer ze aangeven, dat ze geen diesel hebben. “Een ieder handelt op eigen verantwoordelijkheid”, stelt de OBS-voorzitter in een gesprek met Suriname Herald.
De betaling aan de leden is nog niet geschied. De afspraak met het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur was dat dit op de tiende van de maand gebeurt, maar de leden hebben niets gemerkt.
“Waren de bushouders niet in actie, dan zou dit niet zijn gebeurd. Elke maand moeten we actie voeren voor uitbetaling. Het is de schuld van de regering. We moeten eerst staken voordat ze voor ons storten”, uit een bushouder zich.
Pokie geeft aan dat op de dag van het ongeval nog is gecommuniceerd met de leden en het ministerie. “Wij zijn niet in actie, maar indien de storting niet plaatsvindt, gaan we morgen officieel de bussen in de garage houden en de boten aan de ketting.”
Pokie vindt dat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur er debet aan is dat de leden hun diensten individueel niet hebben kunnen leveren. Hij somt op dat de busouders in september en oktober geen inkomen hebben gehad en voor november ziet het er ook niet naar uit.
“De mannen zitten om en bij drie maanden zonder geld, niemand kan hun kwalijk nemen”, aldus de OBS-voorzitter. Suriname Herald verneemt dat een deel van de storting heeft plaatsgevonden via de Surinaamse Postspaarbank (SPSB) en dat de overmakingen naar andere banken nog moet plaatsvinden.