Tijdens de persconferentie van de NDP-fractie gisteren heeft Iona Edwards haar bezorgdheid geuit over de stagnatie in de ontwikkeling van het binnenland. Edwards stelde dat er in De Nationale Assemblee (DNA) twaalf vertegenwoordigers uit het binnenland zijn, waarvan vijf deel uitmaken van de regering, inclusief de vicepresident.
Op basis hiervan had zij verwacht dat er meer gedaan zou worden om in de basisbehoeften van de binnenlandbewoners te voorzien. Echter, volgens haar gebeurt er vooral op het gebied van infrastructuur en onderwijs weinig. Ze wees erop dat, hoewel we inmiddels november zijn, veel kinderen in het binnenland nog steeds geen toegang hebben tot goed onderwijs.
“De regering doet niets om de situatie te verbeteren. Wat we wel zien, is dat het land verdeeld wordt in het binnenland voor de vicepresident en de president voor de kustvlakte. Dit kan niet,” zei Edwards. Volgens haar is het belangrijk dat de regering verantwoordelijkheid neemt voor het hele land.
De volksvertegenwoordiger uitte haar zorgen over verschillende andere kwesties die de binnenlandbewoners treffen. Zo heeft de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, die al een jaar praat over een evaluatie van de uitkeringen van de KKV en sociale voorzieningen, geen resultaten gepresenteerd. “Er is nog steeds geen evaluatie en we weten niet wat de resultaten van het onderzoek zijn,” stelde ze vast.
Een andere zorg die Edwards aanstipt, betreft de kwestie van grondconversie. De regering heeft plannen om per geval tot 2 hectare grond om te zetten, terwijl de rechten van inheemse en tribale volken nog niet erkend zijn.
“De leef- en woongemeenschappen van deze mensen worden niet beschermd, terwijl er wel concessies worden uitgegeven in hun gebieden,” zei Edwards. Ze noemde specifieke gebieden zoals Maratakka en Kabalebo, waar grote landbouwgronden worden uitgegeven en waar de binnenlandbewoners willen weten wat ze moeten inleveren.
Edwards benadrukte verder dat de binnenlandbewoners geduldige mensen zijn, maar als de situatie niet verbetert, zullen ze zich niet langer stilhouden. “Als dit zo doorgaat, zal de situatie in het binnenland escaleren. Vliegvelden worden gebarricadeerd, er zijn meerdere protesten geweest in Kabalebo voor sociale uitkeringen. We willen dit soort dingen niet hebben, maar de mensen worden ook moe”, zei Edwards.
Daarnaast bracht ze het project van de Mennonieten ter sprake, dat volgens de president niet doorgaat, maar waar nog steeds aanwijzingen zijn van hun aanwezigheid in het land. Er is vernomen dat zij werken voor een ondernemer in het gebied waar ze gezien zijn.
Edwards vroeg zich af of deze groep nu wel samen zal leven met de andere gemeenschappen en stelde zich de vraag of zij niet net als andere buitenlanders een werkvergunning zouden moeten krijgen. “We hebben geen antwoord van de minister en wachten op meer duidelijkheid,” zei ze.