Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft zijn bezorgdheid geuit over de voortdurende uittocht van zorgpersoneel uit Suriname. “Als de gezondheidszorg instort, hebben we een groot probleem,” waarschuwde Brunswijk voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM).
Hij benadrukte dat hij herhaaldelijk heeft gepleit voor een betere beloning en behandeling van zorgpersoneel. “In korte tijd zijn er weer 88 zorgverleners vertrokken naar het buitenland, en die groep wordt alleen maar groter.”
Brunswijk waarschuwde dat de gevolgen van deze uittocht ernstig kunnen zijn. “Straks staan we met lege ziekenhuizen, en dat kunnen we ons niet veroorloven. Er moet een strategisch plan komen vanuit de regering om dit probleem duurzaam op te lossen.” Hij drong erop aan dat het ministerie van Volksgezondheid snel maatregelen neemt om nieuwe specialisten aan te trekken.
De zorgwekkende situatie op de afdelingen Pediatrische Intensive Care Unit (PICU) en Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) is inmiddels een zorg van de hele samenleving geworden. Woensdagochtend trokken familieleden van overleden patiënten naar het Kabinet van de Vicepresident om hulp te vragen, omdat hun dierbaren volgens hen door gebrekkige medische zorg zijn overleden.
Eerder deze week had zorgpersoneel al bij de vicepresident geklaagd over het uitblijven van hun toelagen. De afgelopen dagen is de samenleving opgeschrikt door berichten over de kritieke situatie binnen het AZP, vooral op de afdelingen PICU en NICU. Brunswijk erkende dat er een misverstand was ontstaan tussen de vakbond en de minister over de uitbetaling van koopkrachtversterkingen en overbruggingstoelagen. Hij is echter blij dat de betrokkenen nu alsnog hun geld zullen ontvangen.
De vicepresident benadrukte dat de regering de situatie in de gezondheidszorg serieus zal aanpakken. “Niet iedereen kan zomaar vertrekken. De regering moet geen spelletjes spelen met de gezondheidszorg. We worden allemaal ziek; wat gebeurt er als er straks geen zorgverleners en specialisten meer zijn? Deze situatie heeft mijn volledige aandacht.”