Suriname heeft recentelijk officieel zijn entree gemaakt op de handelsmarkt voor koolstofkredieten, een belangrijke stap in klimaatfinanciering. Het land is het eerste dat koolstofkredieten verhandelt onder artikel 6 van het Parijs Akkoord. De vraag die nu opkomt, is hoe de opbrengsten uit deze handel zullen worden verdeeld. Ritesh Sardjoe, directeur van het Directoraat Milieu, lichtte dit toe in een interview met Suriname Herald.
Pilotproject
Suriname maakt sinds 2012 deel uit van het REDD+ programma van de Verenigde Naties. REDD staat voor ‘Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation’, waarbij de ‘+’ verwijst naar duurzaam bosbeheer en verbetering van koolstofvoorraden in bossen. Het programma heeft tot doel klimaatverandering te bestrijden door ontbossing tegen te gaan. Ontwikkelingslanden kunnen betalingen ontvangen voor hun emissiereducties indien zij actief bijdragen aan het voorkomen van ontbossing.
In 2021 heeft Suriname ongeveer 4,8 miljoen ton kooldioxide-equivalent aan REDD+ resultaten geregistreerd. Deze resultaten kunnen volgens artikel 6.2 van het Parijs Akkoord worden omgezet in Internationally Transferred Mitigation Outcomes (ITMO’s), die vervolgens verhandeld kunnen worden. Voor het pilotproject worden 1,5 miljoen ITMO’s verhandeld, met een tarief tussen de 20 en 30 dollar per stuk. Dit betekent dat Suriname tussen de 30 miljoen en 45 miljoen dollar aan inkomsten kan verwachten. Ter vergelijking: in december 2023 ontving Suriname als onderdeel van het IMF-programma een tranche van 53 miljoen dollar.
Itmo Limited LLC, een bedrijf uit de Verenigde Staten, is ingehuurd om te helpen bij de verkoop van de ITMO’s, inclusief het vinden van kopers en het afhandelen van het proces op de internationale markt. Voor hun diensten ontvangt het bedrijf 5% van de verkoopopbrengsten van de kredieten.
Verdeling van de opbrengsten
De resterende 95 procent van de opbrengsten wordt als volgt verdeeld:
– 15 procent voor inheemsen en marrons
– 25 procent in een sovereign wealth fund voor klimaatactie
– 10 procent voor sector management (institutionele versterking voor instanties zoals ROM, Stichting Bosbeheer en Bostoezicht)
– 25 procent voor schuldaflossing van Suriname
– 25 procent voor begrotingssteun
Na het pilotproject is het de bedoeling dat Itmo Limited LLC zich terugtrekt. Sardjoe verwacht dat Suriname tegen die tijd voldoende capaciteit en ervaring heeft om het project zelfstandig voort te zetten. De volledige inkomsten zullen dan naar Suriname gaan.
Toekomstige verdeling
Na het pilotproject zal de verdeling van de inkomsten er als volgt uitzien:
– 10 procent voor inheemsen en marrons
– 20 procent in een sovereign wealth fund voor klimaatactie
– 10 procent voor sector management (institutionele versterking voor instanties zoals ROM, Stichting Bosbeheer en Bostoezicht)
– 20 procent voor schuldaflossing van Suriname
– 20 procent voor begrotingssteun
– 20 procent voor projectontwikkelaars
Sardjoe benadrukte dat tijdens gesprekken met de regering, minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing en president Chan Santokhi hebben aangegeven, dat de inkomsten in het eerste jaar (pilot) vooral gericht moeten zijn op sociale programma’s. Dit komt doordat Suriname een zwaar IMF-programma uitvoert. Het percentage dat in het pilotproject voor begrotingssteun wordt gebruikt, zal specifiek worden aangewend voor de uitvoering van sociale programma’s.