Het staatsbedrijf Alliance, dat zich richt op de teelt van citrusvruchten en andere gewassen, kampt al jaren met een ernstig personeelstekort, wat de werking en vooruitgang van het bedrijf aanzienlijk belemmeren. Directeur Mohamed Kurban zegt aan Suriname Herald dat hoewel er veel investeerders op de plantage zijn geweest die de potentie ervan hebben erkend, hij na hun bezoek niets meer van hen hoort.
“Ik ben nog steeds op zoek naar serieuze investeerders die het bedrijf kunnen ondersteunen en de plantage in stand kunnen houden,” zegt Kurban. Volgens hem biedt het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) ondersteuning waar mogelijk, maar dit blijkt niet voldoende. Hij legt uit dat het personeelstekort deels veroorzaakt wordt door vertrek van medewerkers en het feit dat een groot deel van het personeel met pensioen gaat.
“We hebben nu nog maar een handjevol mensen die geloven dat de plantage behouden moet blijven en die blijven. Sinds 2010 probeer ik beleidsmakers te overtuigen van de noodzaak om nieuwe werknemers aan te nemen en om de huisvesting in orde te maken, maar tot nu toe is er weinig vooruitgang geboekt,” stelt Kurban. Hij is sinds 2003 directeur met het doel om het bedrijf te privatiseren, een proces dat tot nu toe niet heeft plaatsgevonden.
Kurban, die al 20 tot 21 jaar directeur is, heeft verschillende politici gezien en merkt op dat sommige politici nooit de moeite hebben genomen om de plantage te bezoeken, hoewel ze wel willen praten over het bedrijf. De plantage, die steeds meer overwoekerd en verlaten raakt, heeft dringend investering nodig.
“We horen voortdurend dat we geholpen zullen worden, maar in de praktijk merken we daar niets van. Mensen kunnen niet zomaar worden aangenomen, omdat er geen geld is om hen te betalen. Er moet een startkapitaal komen om de medewerkers te kunnen betalen en de productie weer op gang te brengen. Het is moeilijk om zelfs maar een paar mensen in dienst te nemen zonder adequate huisvesting,” zegt Kurban.
Bovendien hebben de werknemers geen toegang tot een boot van het staatsbedrijf, wat betekent dat arbeiders zelf de kosten van een charter moeten betalen als ze naar Paramaribo willen reizen. Een charter kost tussen de SRD 2500 en SRD 4000, wat voor hen onbetaalbaar is.
Een medewerker vertelt aan Suriname Herald dat hij zijn gezin, dat inmiddels in Paramaribo woont, al meer dan acht jaar niet heeft gezien. “Ze zijn verhuisd naar Paramaribo vanwege studie, maar ik kan niemand vinden die mijn plaats kan innemen. Het enige wat ik kan doen, is bellen,” zegt hij.
De minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Parmanand Sewdien, heeft het staatsbedrijf nog niet bezocht vanwege drukke werkzaamheden en spoedopdrachten voor de president, aldus Kurban. Een delegatie van de afdeling Openbare Werken (OW) Commewijne bracht gisteren wel een bezoek aan het staatsbedrijf om de situatie te beoordelen.