De zaak die minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken en de staat Suriname hebben aangespannen tegen Starnieuws is vandaag voor de eerste keer voor de rechter gebracht. De kern van het geschil betreft een column waarin de minister verantwoordelijk wordt gehouden voor het uitlekken van vertrouwelijke informatie, een beschuldiging die Nurmohamed als onjuist en schadelijk bestempelt.
“Ik vind het jammer voor het land. We zijn uit een heel moeilijke periode gekomen, en nu zie je weer stappen terug. Zeker als je denkt dat er een democratische regering aan de macht is, ga je ervan uit dat zulke stappen niet worden ondernomen tegen journalisten,” zei Starnieuws-hoofdredacteur en columnist Nita Ramcharan na afloop van de eerste zitting.
Na de zitting, die veel aandacht trok van zowel de pers als het publiek, uitte Ramcharan haar teleurstelling over het feit dat de zaak überhaupt voor de rechter is gebracht. “Dit had nooit een rechtszaak moeten worden,” zei ze. Volgens Ramcharan staat de inhoud van haar column in lijn met de principes van journalistieke vrijheid en het recht om kritisch te kunnen rapporteren over de regering, een fundament van de rechtsstaat.
De keuze om een journalist voor de rechter te dagen, omdat deze een minister ter verantwoording roept, roept bij velen bezorgdheid op over de richting die het land inslaat. “In een vrije democratie en rechtsstaat moet dit niet mogelijk zijn. Ook al heb je als regering en als burger het recht om naar de rechter te gaan, je moet ook kijken waarvoor je naar de rechter gaat, en dit is gewoon tijdverlies,” aldus de hoofdredacteur van Starnieuws.
Ramcharan benadrukte dat deze zaak een breder probleem weerspiegelt: “Vandaag is het Starnieuws, morgen kan het elke andere journalist of publicatie zijn.” Haar woorden onderstrepen de potentiële impact van deze rechtszaak op de vrijheid van meningsuiting in Suriname. De juridische kosten en de tijd die gemoeid zijn met de zaak, zijn volgens haar niet alleen een verspilling van middelen, maar kunnen ook een gevaarlijk precedent scheppen.
Hoewel de minister het recht heeft om juridische stappen te ondernemen, roept deze zaak kritische vragen op over de balans tussen het beschermen van persoonlijke reputaties en het waarborgen van de vrijheid van de pers. In een functionerende democratie moeten dergelijke kwesties zorgvuldig worden afgewogen, en deze rechtszaak zou wel eens de test kunnen zijn voor de sterkte van die fundamenten in Suriname, gaf Ramcharan aan.