President Chan Santokhi benadrukt dat Suriname al geruime tijd profiteert van macro-economische stabiliteit. Het staatshoofd wil echter dat deze stabiliteit ook merkbaar wordt in alle lagen van de samenleving. Volgens hem is het belangrijk dat de vooruitgang in de economie op elk niveau voelbaar is.
Suriname stond voorheen op een schuldpositie van 165 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en had een inflatie van 60 procent, een van de hoogste ter wereld. Sinds het IMF-programma drie jaar geleden werd geïnitieerd, is de schuldpositie teruggebracht naar 65 procent van het BBP en de inflatie naar 15 procent, aldus de president in een interview met Radio ABC.
In september vindt de volgende evaluatie van de uitvoering van het programma in samenwerking met het IMF plaats. Het IMF eist onder andere dat de verhoogde inkomsten bij de EBS, als gevolg van de afschaffing van de objectsubsidie, in de staatskas worden gestort. Momenteel blijven deze extra inkomsten bij de EBS, terwijl ze naar de overheid moeten gaan.
Met de invoering van de subjectsubsidie wordt niet langer de EBS financieel ondersteund, maar de burgers die hulp nodig hebben bij het betalen van hun EBS-rekening. Verdere verhoging van de EBS-tarieven zal volgens de president noodzakelijk zijn in de volgende fase van het IMF-traject.
Mocht het bedrijf tijdens haar operaties een financiële injectie nodig hebben, moet dat via de aandeelhouder worden aangevraagd en mogen de extra verdiensten niet worden vastgehouden, aldus Santokhi. Hij benadrukt dat de meerinkomsten goed kunnen worden gebruikt voor onder andere de uitvoering van het sociale programma.
De president stelt ook dat er wordt gekeken naar de tarieven die de EBS betaalt aan Staatsolie. Hij noemt de situatie “triest”, omdat de dividenden van Staatsolie direct worden gebruikt voor de subsidie en financiering van de EBS.
Santokhi vindt dat hier verandering in moet komen. Er zal een tariefsaanpassing nodig zijn, en hierover vindt overleg plaats tussen de technische commissies van de overheid en de vakbeweging. De president verwacht dat er volgende week meer duidelijkheid zal komen over deze kwestie.