Minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) benadrukte voor aanvang van de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) dat er geen politieke overwegingen zijn bij de verstrekking van gronden. “Het is een recht van elke burger om in bezit te zijn van een stuk grond,” zegt Vorswijk.
In de drie jaar dat zij deze functie bekleedt, heeft de minister te maken gehad met veel uitdagingen en leermomenten. Ondanks deze obstakels blijft zij vastberaden: “Ik zal niet opgeven.”
Vorswijk heeft aanbevelingen gestuurd naar president Chan Santokhi over de mogelijke verplaatsing van een afdeling die valt onder de algemeen directeur. Deze kwestie is ook besproken in de Nationale Assemblee (DNA) en de minister wacht nog op een reactie van de president voordat verdere stappen worden ondernomen.
De minister verduidelijkte dat zij de enige is die bevoegd is om stukken te tekenen op het ministerie, met uitzondering van de afdeling grondinspectie waar zowel het hoofd als het onderhoofd tekenbevoegdheid hebben. “Er zijn geen andere ministers op het ministerie die beschikkingen mogen tekenen,” benadrukte Vorswijk.
Er zijn verschillende maatregelen getroffen om dubbele uitgiften van grond te voorkomen, en volgens de minister is dit probleem adequaat aangepakt in de afgelopen periode. De minister pleit voor meer financiële middelen om het werk op het ministerie te versnellen. “Het is roeien met de riemen die we hebben,” verklaarde Vorswijk.
Het ministerie geeft wekelijks percelen uit aan burgers en maakt de namen van de ontvangers bekend via sociale media. Grootschalige uitgiftes zijn tijdelijk stopgezet vanwege hoge kosten en een overweldigend aantal online verzoeken.
Veel van deze verzoeken komen rechtstreeks bij de president of vicepresident binnen en worden direct behandeld, wat heeft geleid tot achterstanden bij het ministerie. Vorswijk hoopt deze achterstanden tegen eind augustus te hebben weggewerkt.