Het werkloosheidscijfer ligt volgens schattingen nu rond de 15 procent. Vóór de covid-pandemie lag de werkloosheid rond 9 procent, maar de pandemie heeft een behoorlijke impact gehad op de werkgelegenheid in Suriname. Deze informatie deelde minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW en J) tijdens de regeringspersconferentie.
De klacht dat er buitenlanders werkzaam zijn bij vele bedrijven is bekend bij het ministerie, beweert de bewindsman. Echter zegt hij dat het bedrijfsleven veelal klaagt dat Surinamers andere aspiraties hebben en niet willen werken in bepaalde sectoren. Voor wat betreft werkgelegenheid zei Mac Andrew dat de regering moet zorgen voor de nodige faciliteiten.
De minister gaf aan dat het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) middels het SURGE-programma bezig is met projecten die kunnen resulteren in 800 arbeidsplaatsen per jaar.
Mac Andrew benadrukte dat de overheid niet perse zorgt voor werkgelegenheid, maar moet faciliteren zodat het bedrijfsleven condities creëert waardoor er werkgelegenheid wordt geschapen. Dit kan door middel van micro-ondernemingen, kleine, middelgrote of grote bedrijven.
De AW en J-topman zei dat op 21 mei 2024 de resultaten van een employment en skills survey zijn gepresenteerd. Hierbij werd gekeken naar de vaardigheden die gevraagd worden en waar men denkt dat binnen drie jaar de nodige vacatures zullen zijn. “De meeste vacatures zullen in de klasse van laaggeschoolden zijn, maar juist daar zijn problemen in de arbeidsmarkt”, stelde de bewindsman.
Uit een vorig jaar uitgevoerd vacature onderzoek blijkt dat mensen die niet werken, looneisen hebben die beter passen bij grotere bedrijven zoals Staatsolie, dan bij microbedrijven. Dit roept vragen op over de realistische verwachtingen van werkzoekenden. “Hier moeten we aan werken middels voorlichting. Andere factoren zoals vervoer, dat na bepaalde tijden niet beschikbaar is, of problemen met werken in shifts zijn ook aangehaald”, sprak de minister.
Volgens Mac Andrew zijn er verschillende factoren die voor storingen op de arbeidsmarkt zorgen. “Vraag en aanbod komen niet altijd overeen, zoals blijkt uit de employment en skills survey. Deze zaken moeten verder besproken worden, zeker met het onderwijs, omdat we een gemeenschappelijk doel hebben, namelijk zorgen dat de nodige krachten afgeleverd worden voor de arbeidsmarkt”, stelde hij.
Er zijn volgens de minister gesprekken met de Internationale Arbeidersorganisatie (ILO) geweest, omdat het ministerie in versneld tempo wil werken aan een geavanceerd arbeidsmarktinformatiesysteem. “Op dit moment hebben we een systeem met beperkte informatie, maar we moeten naar een meer geavanceerd systeem dat zal leiden tot antwoorden op bepaalde vragen. Nu is bijvoorbeeld niet bekend hoeveel jongeren werken en in welke sector”, deelde de minister mee. Er is ook een noodzaak om regelmatig huishoudonderzoeken uit te voeren.
“Het laatste is van 2014, dus we kijken naar de census omdat die meer relevante data zal opleveren voor deze tijd, zodat we ons beleid daarop kunnen aanpassen”, aldus Mac Andrew.