De politieke partijen binnen de regeringscoalitie hebben onenigheid over het grondbeleid. Er heerst geen eenheid en er is gebrek aan duidelijkheid. Ministers op het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) zijn geplaatst met goede intenties, maar zijn bedankt. In de vorige regering zijn ook ministers kortstondig op het departement gebleven.
Assembleevoorzitter en prominent lid van de ABOP, Marinus Bee, maakt zich zorgen over deze situatie. “Je vraagt je af, wat willen we,” zegt Bee in een gesprek met Radio ABC. Hij betreurt dat de regering niet als eenheid optreedt in het grondbeleid. “We plaatsen ons meer in de positie van verwijten maken,” merkt de volksvertegenwoordiger op.
Bee is niet geïnteresseerd in de interne situatie op het ministerie, maar wil weten welke oplossingen er zijn om problemen aan te pakken. Het instellen van een grondkamer zou een geschikte stap zijn om grondzaken uit de politieke sfeer te halen.
Volgens Bee ligt het probleem bij het disfunctioneren van het systeem. Ministers hebben goede bedoelingen, maar kunnen geen effectief beleid voeren vanwege het gebrekkige systeem. Het grondbeleid moet dringend uit de politieke sfeer worden gehaald.
Bee benadrukt dat het ministerie zich niet als eigenaar van GBB moet beschouwen. Het tijdperk van het regelen van belangen en het maken van propaganda met gronduitgiften moet voorbij zijn.
Hij pleit voor een nationale aanpak met duidelijke richtlijnen voor het grondbeleid. “We willen een transparant beleid waarbij mensen van tevoren zaken kunnen toetsen,” stelt de politicus.
Bee vraagt zich af waarom het digitaliseren van het systeem niet lukt, terwijl president Chan Santokhi heeft aangegeven dat hij wacht op de terugkeer van minister Dinotha Vorswijk om verder te discussiëren over het grondbeleid. Bee zegt dit moment ook af te wachten om te zien of de partij kan instemmen met het besluit van de president.