Terwijl Suriname probeert om met het visumvrij reizen het toerisme en investeringen in het land te stimuleren, zijn enkele Caribische eilanden bezig het zogenaamde gouden paspoort te verbannen. Dominica, Antigua en Barbuda, Grenada en Saint Kitts en Nevis gaan strengere eisen stellen aan kopers van een ‘gouden paspoort’.
Deze landen zetten deze stap nadat uit publicaties van onder meer Follow the Money en het Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) is gebleken dat de documenten in trek zijn bij oligarchen, witwassers en spionnen.
Dominica verkoopt sinds 1993 paspoorten voor de basisprijs van 100.000 dollar. Maar vanaf 1 juli gaat onder meer de prijs van zo’n reisdocument omhoog naar minimaal 2 ton, en moeten aspirant-kopers zich onderwerpen aan een uitgebreider antecedentenonderzoek.
Een gouden paspoort uit het Caribisch gebied geeft de houder allerlei voordelen, zoals belastingvoordelen, toegang tot de Europese Unie en de vrijheid om de tenaamstelling op het document na afgifte te veranderen. Ze zijn daarom in trek bij individuen van bedenkelijk allooi, bleek in oktober 2023 uit onderzoek naar 7700 paspoorthouders van het eiland Dominica.
Het resultaat was dat het paspoort in trek is bij sanctie-ontduikers, oplichters en belastingfraudeurs. De vier Caribische eilandstaten reageren met de maatregelen op de daaropvolgende oproep van de Europese Commissie. Zij dringt aan op scherpere selectie- en onderzoeksprocedures voor kopers van reisdocumenten, omdat die daarmee visumvrije toegang verkrijgen tot de Europese Unie.
Roosevelt Skerrit, de minister-president van Dominica, kondigde daarop in maart strengere regels aan ‘om de zorgen van de Europese Unie en andere partijen waarmee we in deze kwestie samenwerken weg te nemen’.
De Europese Commissie stelde na een eigen onderzoek vast dat kopers van een Caribisch paspoort vaak een twijfelachtige achtergrond hebben, en veelal afkomstig zijn uit landen met een hoog risico op corruptie.
Verder schieten de Caribische eilanden tekort bij het antecedentenonderzoek. De Europese Commissie heeft vooral bedenkingen bij de snelle verwerkingstijden van aanvragen, in sommige gevallen slechts twee maanden, en de ‘extreem lage’ afwijzingspercentages. Het feit dat paspoorthouders na aankoop de naam op het document kunnen veranderen is ook een veiligheidsrisico. Vanaf juli 2024 mag de tenaamstelling in de eerste vijf jaar na aankoop niet meer worden gewijzigd – tenzij er sprake is van een huwelijk.