āLaat het duidelijk zijn. Suriname zal zijn koolstof negatieve status behouden bij de exploitatie van de offshore olie- en gasindustrie”. Harde taal van president Chan Santokhi vandaag tijdens zijn toespraak op de VN-klimaatconferentie COP28 in Dubai.
Santokhi gaf aan dat Suriname door de ontwikkeling van zijn natuurlijke hulpbronnen de economische groei tracht te stimuleren. Dit gebeurt volgens de president middels milieuvriendelijke strategieƫn, duurzaam bosbeheer, bescherming van de biodiversiteit en stimulering van de transitie naar groene energie. Volgens Santokhi zal ook de exploitatie van de offshore olie- en gasindustrie op basis van deze principes geschieden.
Controverse olie- en gasexploitatie Suriname en Guyana
De uitspraak van president Santokhi volgt te midden van de controverse binnen de klimaatbeweging of het wel verantwoord is dat landen zoals Suriname en Guyana hun olievoorraden commercialiseren, terwijl delen van de wereld zoals de Europese Unie oproepen tot het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Dit tegen de achtergrond van de doelstelling van netto-nul, het punt waarop broeikasgassen die in de atmosfeer worden uitgestoten, lager of gelijk zijn aan de hoeveelheid die uit de atmosfeer wordt verwijderd.
Met betrekking tot de olie-industrie krijgt Santokhi bijstand van de Guyanese president Irfaan Ali. Op de tweede dag van de klimaatconferentie is een paneldiscussie gehouden door Guyana waarbij president Ali breedvoerig inging op de positie van zijn land op het gebied van de olie- en gasindustrie.
Ali: āEr is geen conflict tussen het dubbel streven om enerzijds de olie- en gasindustrie te ontwikkelen terwijl anderzijds maatregelen worden getroffen voor een duurzaam klimaatbeheer.ā
Volgens Ali moet de conversatie over het bereiken van netto-nul niet slechts gericht zijn op het uitfaseren van fossiele brandstoffen, maar ook het intact houden van de bosbedekking. Het gaat volgens de Guyanese president om het treffen van een balans tussen de twee aspecten. Hij benadrukte verder dat er nog een grote vraag is naar energie, waarbij de huidige hernieuwbare energiebronnen nog niet volledig in deze behoefte kunnen voorzien.
Effect offshore olie-en gasexploitatie op Surinames carbon emissies
In een eerder interview voor Climate Tracker met Eddy FrƤnkel, Power & Sustainable Energy Deputy Director of Staatsolie, zei hij dat Staatsolie momenteel een uitstoot van kooldioxide (CO2) heeft van 600.000 ton per jaar. āDit lijkt een enorm getal, maar in werkelijkheid is het een zeer kleine fractie in vergelijking met de capaciteit van CO2-opname door ons tropisch regenwoudā, zei FrƤnkel.
Op de vraag hoe groot de toename aan kooldioxide-uitstoot zal zijn wanneer Staatsolie de āoffshoreā olie- en gasindustrie commercialiseert, gaf FrƤnkel aan dat het in Ć©Ć©n- tot tweevoud zal toenemen. De Deputy Director van Staatsolie benadrukte dat Suriname in dit geval haar status als koolstof negatief land behoudt.
Erlan Sleur, voorzitter van de biodiversiteits-beschermingsorganisatie Probios, verzette zich fel tegen de uitspraken van FrƤnkel. De activist gelooft niet dat Suriname haar carbon negatieve status zal behouden wanneer overgegaan wordt tot commercialisering van de offshore-industrie. Sleur merkt op dat ons land geen afgelegen gebied is, maar deel uitmaakt van een grotere wereld. De kwestie van koolstofemissies moet dan ook in een bredere context worden bekeken, zegt hij. Alle landen, ongeacht hun huidige emissieniveaus, hebben de verantwoordelijkheid prioriteit te geven aan duurzame en koolstofarme ontwikkelingstrajecten, aldus Sleur.
Belang toegankelijkheid klimaatfinanciering
President Santokhi gaf aan dat Suriname noodgedwongen is zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering, met name de extreme droogte en intensieve regenval die leiden tot grote verliezen en schade. Vers in het geheugen zijn de heftige regens in het binnenland vorig jaar waarbij overtollig water uit het Brokopondo-stuwmeer werd gesproeid, met als gevolg dat verschillende dorpen onder water raakten.
Klimaatfinanciering moet volgens Santokhi daarom toegankelijk zijn voor iedereen, er moeten geen barriĆØres worden opgeworpen. Vooral niet voor de ontwikkelingslanden zoals Suriname die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Ook moeten de beloftes die in het kader van klimaatfinanciering worden gemaakt, worden nagekomen. De president benadrukte tot slot het belang van politieke wil om klimaatverandering tegen te gaan. āDames en heren, laat ons niet uit het oog verliezen dat er maar Ć©Ć©n planeet aarde is, zonder haar bestaat er geen leven, echter zij leeft voort zonder ons.ā