Jaarlijks gaat tussen de 25 en 30 procent van de studiefinanciering van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) verloren doordat studenten hun verplichtingen aan het fonds niet nakomen. Onderwijsminister Henry Ori benadrukte dit tijdens de presentatie van ‘Studie uitdaging naar studiesucces’ in de aula van Unasat. Ondanks jaarlijkse overboekingen van tussen de SRD 20 en 25 miljoen naar de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB), blijft het fonds met problemen kampen.
Minister Ori is van plan met het bedrijfsleven in gesprek te gaan om financiële ondersteuning voor het fonds te verkrijgen. De departementsleiding streeft naar een lagere rente voor studenten en wil beleid ontwikkelen voor de vele specialistische opleidingen, zodat een groter aantal studenten in aanmerking komt voor studiefinanciering.
Aanvankelijk was de aanvraag van studiefinanciering beperkt tot studenten die in Suriname studeerden. Het ministerie besefte echter de noodzaak om uit te breiden naar studenten die ook in het buitenland wilden studeren.
Na evaluatie bleek dat Suriname terughoudend is geweest met betrekking tot studenten die naar het buitenland reizen om te studeren. Dit komt voort uit het feit dat deze studenten vaak niet terugkeren en hun studiefinanciering niet terugbetalen aan het fonds.
De minister benadrukt bovendien dat de NOB-studiefinanciering voor studenten die in het buitenland willen studeren, aanzienlijk is verminderd. Een alternatieve mogelijkheid voor studenten om financiering te verkrijgen voor studeren in het buitenland, is het aangaan van een lening bij een commerciële bank.
Studenten uit Suriname geven de voorkeur aan Nederland en België als studiebestemmingen, vaak vanwege de taal en familiaire banden. In het geval van zeldzame studies is het noodzakelijk dat zowel het ministerie van Onderwijs als de NOB bereid zijn een oogje dicht te knijpen en dergelijke studenten toestemming te verlenen voor studiefinanciering.
De bewindsman werkt momenteel samen met de afdeling Bureau Onderwijsinformatie en Studiefaciliteiten (BOS) aan een nota om te onderzoeken hoe Suriname in de toekomst op een andere manier met de NOB kan omgaan met betrekking tot studenten die in het buitenland willen studeren. Het is van cruciaal belang dat Suriname de studiemogelijkheden heroverweegt in lijn met de zich ontwikkelende sectoren in het land, zoals de opkomende olie- en gasindustrie.
Wat betreft de rente die studenten moeten terugbetalen aan commerciële banken of aan de NOB, is deze sterk afhankelijk van de financieel-economische situatie van het land en wordt bepaald door de financiële markt. Momenteel hanteert het ministerie een rentetarief van 4 procent, terwijl commerciële banken een tarief van 18 procent hanteren.