Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) heeft onlangs in De Nationale Assemblee (DNA) gesteld dat de inschrijvingen van dit schooljaar en de plaatsingsproblemen erop wijzen dat er dringend behoefte is aan de snelle bouw van nieuwe scholen. Tussen Lelydorp en Latour moeten er volgens de bewindsman zeker twee scholen komen. Ook in Commewijne is er behoefte aan een extra school.
Daarnaast moeten er ook scholen komen in Koewarasan en Magenta. Ori zei dat er meer praktijklokalen moeten worden opgezet. Hij deelde mee dat het een grote uitdaging is om lopende zaken te managen en dat er dagelijks veel problemen vanuit de praktijk worden gemeld. Desondanks is de regering volgens hem in staat geweest een tiental nieuwe scholen te voorzien van nieuwbouw en renovatie.
Ori deelde mee dat bij de start van het schooljaar er plaatsingsproblemen zijn geweest, waarbij een aantal leerlingen niet snel genoeg zijn geplaatst. Volgens de minister is dit geen nieuw, maar een terugkerend probleem, vooral in Paramaribo Zuid en Wanica waar nu nog plaatsingsproblemen zijn. Dat heeft volgens hem te maken met urbanisatie maar ook met demografie.
Het ministerie zal snel kijken naar de bouw van extra scholen. Op een aantal plekken is er grote behoefte aan scholen, zoals Ephraimzegen, Hanna’s Lust, Pontbuiten en Helena Christina, omdat het nu moeilijk wordt om iedereen te kunnen accommoderen.
De bewindsman gaf aan dat bij zijn aantreden het besluit was om terug te gaan naar 5 dagen school, maar dat dit niet altijd houdbaar is. Op de basisschool zijn er nog problemen in Paramaribo-Zuid en Wanica waarvoor het ministerie nog een antwoord moet vinden.
“De VOJ-scholen zijn allemaal uitgeplaatst maar er zijn nog steeds problemen op LBO-scholen waardoor we toch teruggaan naar het abc-systeem waarbij, gezien beperkte lokalen en scholen, kinderen 3 om 2 dagen naar school gaan”, zei de minister.
Zorgpunt
Het binnenland blijft volgens Ori een groot zorgpunt, zeker met betrekking tot water. Leerkrachten doen verzoeken om terug te keren, met alle gevolgen van dien. Een deel is reeds teruggekeerd doordat de situatie niet is verbeterd. Het ministerie is bezig met het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbestrijding (NCCR) te kijken hoe te ondersteunen op een aantal scholen.
Ten aanzien van achterstallige huur, waarbij woningen gehuurd vanuit het ministerie nu minder goed beschikbaar zijn door betalingsachterstanden, zei de minister dat het ministerie een aantal betalingen heeft voldaan. Ook zijn deels achterstallige betalingen bij vliegmaatschappijen gedaan, waardoor alle scholen in het zuiden nu kunnen opstarten.
Voor nu is het doorstroombeleid gestremd. “Kinderen mogen blijven zitten, maar met het besef dat in de klas en buiten de reguliere schooluren alles is gedaan om te voorkomen dat kinderen blijven zitten.”
Melvin Bouva (NDP) zei dat de minister meer problemen heeft opgesomd dan oplossingen. “Daar hebben we niets aan. Waarmee is de regering bezig? De regering en de minister hebben een slappe houding. Waar is uw crisisplan of programma? Wat gaat u doen? Weet u hoeveel kinderen niet kunnen zitten in een schoollokaal?” Bouva zei dat de minister van Onderwijs de bouw van het DNA-gebouw kan terugdraaien en dat geld kan besteden voor de bouw van scholen en lokalen.