Minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW en J) uit zijn irritatie over het verloop van zaken met de Jeugdraad. Hij drukt uit behoorlijk teleurgesteld te zijn in hoe de situatie zich heeft ontwikkeld. De minister wist niet of ‘pissig’ het juiste woord was om te gebruiken, maar hij had op een ander verloop gerekend.
Vooral hoe zaken zich hebben voorgedaan met het Nationaal Jeugdparlement. Vanaf het begin heeft de bewindsman het Nationaal Jeugd Instituut (NJI) verzocht geen valse start te maken, maar helaas is dit anders gelopen.
Op 14 oktober vond het inaugurele beleidsoverleg plaats tussen de leden en de minister. Tijdens deze bijeenkomst zijn verschillende kwesties besproken met de bewindsman. Naar aanleiding van deze aangekaarte zaken heeft de minister besloten een commissie in te stellen voor een grondig onderzoek naar de mogelijke beschuldigingen die tegen verschillende personen zijn geuit. De commissie zal nagaan of er sprake is geweest van misstanden, zowel voor als na de verkiezingen.
Binnen een maand dient de commissie haar bevindingen aan de minister te presenteren, zoals door de minister op 16 november aangegeven. Het werk zal niet stilvallen vanwege het lopende onderzoek. De jongeren zullen blijven bijdragen aan de verbetering van de positie van hun leeftijdsgenoten. De minister heeft advies ingewonnen bij de jongeren omtrent geweld onder hen.
Ook de mentale gezondheid, zoals benadrukt in een rapport van het Kinderfonds van de Verenigde Naties (Unicef), vergt veel aandacht van de regering. Daarbij verdient ook de samenwerking tussen de Jeugdraad en jongerenorganisaties de nodige aandacht, volgens de minister. Uiterlijk in februari streeft de minister naar een rapportage over deze kwesties betreffende onze jongeren.
Minister Mac Andrew geeft verder aan dat er teambuildingactiviteiten moeten worden ontplooid om ervoor te zorgen dat alle jongeren weer op één lijn staan met elkaar. De bewindsman heeft de jongeren afgelopen zaterdag nog gevraagd of ze daadwerkelijk nog lid willen blijven van de Jeugdraad. Dit zodat de huidige raadsleden zich bewust zijn van de keuze die ze hebben gemaakt om te werken voor andere jongeren. De Jeugdraad zal niet functioneren zoals het Jeugdparlement. Er zal vanaf volgend jaar gewerkt worden aan consultatie met jongerenorganisaties in de diverse ressorten.