Lothar Boksteen, voormalig voorzitter van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) en het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), is voorstander van het vormen van een nationaal kabinet in 2025. Met de ontwikkelingen binnen de olie- en gasindustrie is het van belang, dat de inkomsten van het land goed beheerd worden. Het nationaal kabinet moet bestaan uit mensen die kennis van zaken en ervaring hebben. Boksteen waarschuwt dat met de inkomsten uit de oliesector, de economie niet oververhit raakt.
Gelet op wat er aan inkomsten zal binnenvloeien is het van belang dat Suriname nuchter blijft. Er moet een duidelijke planning gemaakt worden voor de toekomst. Boksteen wijst erop dat olie een keer opraakt en het van belang is de gelden goed te beleggen voor een toekomst zonder olie.
Om te voorkomen dat alle politieke leiders aan alle kanten gaan trekken en Suriname er niet verder meekomt, stelt Boksteen een kabinet van nationale eenheid voor waarbij alle partijen die in het parlement gekozen zijn, in deelnemen. De assembleeleden blijven in het parlement met uitzondering van de president en vicepresident en het kabinet wordt ingevuld met mensen die van wanten weten. Dit parlement zal de regering goed moeten controleren.
Een hoofdtaak van de regering zal dan het opstellen van een nationaal ontwikkelingsplan zijn met een vooruitblik van een aantal jaren. In het programma Bakana Tori zei Boksteen, dat dringende zaken eerst aangepakt moeten worden. Hij noemde onder meer volksgezondheid en onderwijs. Boksteen verwijst naar Guyana waar de regering een duidelijk ontwikkelingsplan heeft. In Venezuela is het verkeerd gegaan doordat men zich teveel te concentreerde op de olie. Een mooi voorbeeld waar er goed beleid is gevoerd met de inkomsten uit olie en gas is Noorwegen.
Volgens de gast in het programma krijgt Suriname een laatste grote kans om van de inkomsten uit de sector te profiteren. Daarvoor zijn er eerlijke en deskundige leiders in de kabinetsvorm die hij voorstelt. Als waarschuwing gaf hij ook mee, dat hoe Suriname straks veel zal verdienen uit de oliesector, de samenleving niet moet denken dat men achterover gaat leunen en niets meer hoeft te doen.
Het is juist een kwestie van harder werken om het land verder naar grotere hoogten te stuwen. Naast olie heeft Suriname nog twee hulpbronnen te weten visserij en de landbouw waarin geĆÆnvesteerd moet worden zodat na het olietijdperk ons land nog verder kan verdienen aan deze sectoren.