Suriname kan spoedig verdienen aan koolstofkredieten. Deze mening is minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) toegedaan. De bewindsman heeft gisteren in aanwezigheid van president Chan Santokhi een presentatie verzorgd op het Kabinet van de President. Hij wijst erop dat het land vanwege zijn carbon negatieve status en enorme bosdichtheid een grote kans maakt op de carbonmarkt.
Minister Dasai heeft dan ook de mogelijkheden en het plan van aanpak besproken. “We kunnen, als we nog werk verzetten, binnen twee maanden al verdienen”, zegt de ROM-minister. Hij geeft aan dat er vanaf 2016 metingen zijn gedaan van projecten waar er sprake is van carbonreductie.
“We hebben koolstofkredieten gemeten tussen 2016 en 2021 en die zijn gerapporteerd volgens de richtlijnen van de United Nations Framework Convention on Climate Change. Er moet gewerkt worden aan beleidvorming hierover en het gereedmaken van de nodige wetgeving.”
President Santokhi is van mening dat de potentie van Suriname zo spoedig mogelijk in kaart gebracht moet worden. Hij acht het ook van belang om Surinames carbon negatieve status in te zetten en samen met landen in de regio een vuist te vormen tijdens de aanstaande COP 28 Klimaatconferentie in Dubai. De landen zullen dan gezamenlijk ook de prijsbepaling kunnen beïnvloeden.
Er zijn verschillende markten waar tussen de US$ 3 en US$ 10 per ton CO2-reductie valt te verdienen. Suriname heeft 18.1 miljoen ton CO2-reductie kunnen meten. Volgens minister Dasai valt weliswaar veel te verdienen, maar hij acht hetgeen terugvloeit naar de samenleving belangrijk.
“Als we inkomsten verdienen uit koolstofkredieten dan moet iedereen ervan kunnen profiteren”, merkt hij op. De bewindsman stelt dat de middelen het bosbeheer, de ontwikkeling van lokale gemeenschappen en de algehele opbouw van het land ten goede moeten komen.
Verschillende ministers zijn deelgenoot geweest van deze presentatie, te weten: Stanley Raghoebarsing (Financiën en Planning), Dinotha Vorswijk (Grondbeleid en Bosbeheer), Parmanand Sewdien (Landbouw, Veeteelt en Visserij), Riad Nurmohamed (Openbare Werken), David Abiamofo (Natuurlijke Hulpbronnen), Steven Mac Andrew (Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken) en Albert Ramdin (Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking).