De VHP-ministers weigeren de 50 procent koopkrachtversterking aan te nemen. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), verklaarde dit voor aanvang van de Raad van Ministers (RvM). Aangezien de minister dinsdagavond is teruggekeerd was hij nog niet op de hoogte van specifieke afspraken die met de rest van zijn collegaās zijn gemaakt.
Volgens de bewindsman hebben VHP-ministers intern besloten om een brief te richten aan de president met betrekking tot de verhoging. Dit besluit is genomen door de VHP-ministers, mede op basis van kritieken en opmerkingen die zijn ontvangen. Er kan ook integraal worden verzocht dat de president kijkt naar alle lonen en salarissen in de samenleving, met name naar leidinggevende functies in verschillende sectoren.
De bewindsman benadrukt dat het niet mogelijk is om dit te vragen aan de particuliere sector, vanwege de scheefgroei die binnen het overheidsapparaat bestaat. Dit onderwerp werd maandagavond online besproken met de VHP-ministers. Alle ministers zijn unaniem van mening dat het geen zin heeft om op deze manier de verhoging te verkrijgen.
De minister heeft al eerder aangegeven, dat het onfortuinlijk is, hoewel het goed bedoeld en noodzakelijk is. De ministers hebben ook hun eigen uitgaven en verschillende uitgavenpatronen, maar desondanks is het onfortuinlijk, volgens de bewindsman. President Chan Santokhi zou deze kwestie volgens Ramdin bespreken in de regeringsraad.
De bewindsman merkt op dat als de salarissen worden vergeleken met die van directeuren van overheidsbedrijven, ministers aanzienlijk minder verdienen. Echter, moet er structureel worden gekeken naar de werkelijke verhoudingen.
