Financiënminister Stanley Raghoebarsing heeft in een vraaggesprek laten doorschemeren dat de Uitvoerende Raad van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) tijdens de vergadering op 14 juni heeft aangegeven onder de indruk te zijn van de commitment en ownership van Suriname.
“Suriname is onder leiding van de president en vicepresident gecommitteerd om de economie structureel gezond te maken. Daar waar veel landen en leiders moeite zouden hebben om diverse maatregelen te treffen en een IMF-programma zouden stopzetten, is Suriname juist doorgegaan”, zei de bewindsman.
Het IMF onderkent de vele offers die de samenleving heeft gebracht, en de risico’s voor sociale erupties als de maatregelen niet gebalanceerd zouden zijn genomen. De zeer belangrijke en niet weg te denken bijdrage van bedrijfsleven, vakbeweging en maatschappelijk middenveld wordt eveneens onderkend.
“Met steun van de bevolking en alle deskundigen hebben we doorgezet om de goedkeuring te bewerkstelligen. Ons volk heeft ook deze keer laten zien bereid te zijn offers te brengen. Ik denk dat het past om aan alle mensen te zeggen dat die offers niet voor niemendal zijn geweest”, stelt de minister.
Volgens de bewindsman is het logisch dat president Chan Santokhi zegt dat de tweede helft van de regeertermijn anders zal zijn. “Een heleboel problemen die er waren drie jaar geleden zijn nu opgelost. We staan op het punt van stabiliteit van onze economie. Daar waar we geen salarissen konden betalen, betalen we nu ruim SRD 9 miljard aan salarissen van ambtenaren en anderen”, merkt de regeringsfunctionaris op.
Raghoebarsing geeft verder aan dat er op eigen kracht ongeveer SRD 16 miljard wordt betaald aan uitkeringen. “Wij betalen de programma’s van het Social Beneficiary Program op eigen kracht. We ondersteunen het bedrijfsleven met ruim SRD 4 miljard aan belastingvrijstellingen op jaarbasis. Alle economische sectoren waarin ondernomen wordt, maken goed gebruik van de vrijstellingen.”
Minister Raghoebarsing accentueert dat er via de ministeries van Openbare Werken (OW) en Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) geïnvesteerd wordt in behoud van infrastructuur voor de productie. “Er zijn ook voor honderden miljoenen aan productiefondsen ingesteld en het ondernemerschap maakt er goed gebruik van”, zo stelt de financiënminister.