Ministeries zullen de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) deel moeten maken van hun eigen beleidsprogramma. De SDG’s zullen volgens minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) voor meer ontwikkeling zorgen in Suriname en zijn dan ook cruciaal voor de samenleving. Een belangrijke rol is weggelegd voor het SDG Platform Suriname.
De bewindsman heeft op 4 mei acht nieuwe leden voor dit orgaan geïnstalleerd. De installatie in het Assuria Event Center was deel van de workshop: ‘Werkt Suriname resultaatgericht aan het verwezenlijken van de SDG’s?’.
Naast de installatie zijn er presentaties verzorgd door het Planbureau Suriname, het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) en het bank- en verzekeringswezen. De focus van de workshop was gericht op de SDG’s 1, 3, 4, 6, 8 en 13, te weten: Geen armoede; Goede gezondheid en welzijn; Kwaliteitsonderwijs; Schoon water en sanitatie; Waardig werk en economische groei voor iedereen en Klimaatactie. Volgens Anjali De Abreu-Kisoensing van het ABS is Suriname op de goede weg de SDG’s te verwezenlijken.
Het bereiken van de SDG’s voor 2030 is volgens Ramdin niet alleen een taak van de regering, maar van alle maatschappelijke lagen van de samenleving. Eenieder, bedrijven en sectoren zullen de duurzame ontwikkelingsdoelen moeten omarmen.
Daarnaast zal de vertaalslag van het beleid ten aanzien van SDG’s naar de gemeenschap toe beter moeten. Ook hier is er een rol voor het SDH Platform, dat bestaat uit vertegenwoordigers uit de private, publieke en maatschappelijke sector.