President Chan Santokhi heeft aangegeven dat de gesprekken met de schuldeisers over de schuldherschikking van Suriname goed verlopen. Deze informatie deelde het staatshoofd bij de opening van een nieuwe monster crusher van staatsmijnbouwbedrijf Grassalco. De president is ook kort ingegaan op enkele andere actuele kwesties en benadrukte dat de vooruitzichten voor het land positief zijn.
Tijdens zijn toespraak benadrukte de president dat Suriname bij de overname in juli 2020 een failliete boedel was. Destijds kampten diverse staatsbedrijven zoals Grassalco, Telesur en SLM met financiële problemen. Voor nu lijkt het de goede kant op te gaan met Grassalco en Telesur. Hij hoopt dat SLM ook rond eind van het jaar uit de rode cijfers komt.
President Santokhi gaf verder aan dat er gesprekken gaande zijn met georganiseerde vakbonden om oplossingen te vinden voor economische en koopkrachtgerelateerde problemen. Er wordt speciale aandacht besteed aan de prijsstijgingen en koersontwikkelingen. Om deze problemen aan te pakken is er recentelijk begonnen met het betalen van SRD 1800 aan huishoudens met een netto inkomen van SRD 6000 of minder.
De president benadrukte dat de minister van Financiën en Planning de opdracht heeft gekregen om dit bedrag te verhogen naar de nieuwe armoedegrens. Om dit beleidsvraagstuk aan te pakken heeft de regering SRD 1,2 miljard gereserveerd, stelt president Santokhi.
Hij gaf aan dat de regering ervoor heeft gekozen om bij de machtsovername niet langer ongecontroleerd te lenen voor consumptieve doeleinden, aangezien dit een zware last legt op het volk. Momenteel rust er dan ook een hypotheek van iets meer dan US$ 4 miljard op het volk, maar de regering is actief bezig om deze last weg te werken.
Het staatshoofd deelde verder mee dat de regering haar eerste termijn afsluit en zich voorbereidt op de tweede termijn. Op 25 mei zal de regering een persconferentie houden om de samenleving te informeren over de koers die zij in de tweede termijn zal varen.
Enkele vakbonden hebben hun leden opgeroepen om op 2 mei thuis te blijven als signaal naar de regering, omdat zij niet langer kunnen aanzien hoe het volk, met name de werkende klasse, blijft lijden onder het gevoerde beleid.