“Wij moeten erop toezien dat wij geen houtconcessies verliezen aan buitenlanders”, zegt VHP-assembleelid Mahinder Jogi. Hij probeert een lans te breken voor Surinaamse houtconcessionarissen. Hij wil dat de overheid er alles aan doet om de Surinamers binnen de houtsector te beschermen.
Dit zegt hij omdat leden van de houtsector hem hebben benaderd inzake de verhogingen die de overheid tracht door te voeren. Het gaat hierbij om verhoging van heffingen bij de export van rondhout, de concessierechten en keuringslonen.
Radjen Baldew, voorzitter van de Algemene Surinaamse Houtunie (ASHU), gaf onlangs aan dat er gevoeglijk wordt aangenomen dat ondernemers binnen de houtsector grootverdieners zijn. “Ik hoor veel mensen aangeven dat het geld gehaald moet worden uit de hout- en goudsector, maar niet eenieder binnen die sectoren, vooral de Surinamers maken veel geld zoals er wordt gedacht. Sommige ondernemers hebben heel veel schulden,” legt Baldew uit.
Voorts vindt hij ook dat de overheid met twee maten meet. Naar zijn zeggen tracht de overheid de houtsector uit te melken waar een groep Surinamers deel van uitmaakt en ook een bijdrage levert aan het spekken van de staatskas terwijl multinationals het goud wegdragen uit Suriname en diverse privileges hebben om te kunnen ondernemen in Suriname.
Jogi geeft aan dat de overheid ook gesprekken moet voeren met de multinationals. Hij is echter geen voorstander van het openbreken van contracten, maar is van mening dat er gesproken kan worden met de multinationals op basis van de huidige financiële situatie in het land.
Voorts pleit de parlementariër ook voor de houtzagerijen. “Indien de overheid vindt dat de export van rondhout geleidelijk aan afgebouwd moet worden dan moet er gekeken worden naar de bestaande houtzagerijen in Suriname zoals lokale ondernemers die geïnvesteerd hebben. Er moet ook gekeken worden naar een manier hoe deze ondernemers gefaciliteerd kunnen worden met arbeidskrachten. Een ondernemer die vijf zagerijen heeft kan twee schiften draaien en zijn productie met 40 procent verhogen, maar die heeft een tekort aan arbeiders”, zegt Jogi.
Volgens hem moeten houtverwerkers ook betrokken worden bij de gesprekken met de regering. Houtverwerking moet ertoe leiden dat er in Suriname genoeg hout aanwezig is tegen een lagere prijs. Zo verwijst het assembleelid naar de glorietijden van Surinames houtmaatschappij Bruynzeel. Deze maatschappij exporteerde prefab woningen naar onder meer Venezuela en de Antillen.
Jogi: “Nu zitten wij in een crisis, er moet beleid gemaakt worden met de ondersteuning en medewerking van mensen die actief zijn binnen de sector, zodat de samenleving er beter van wordt”, stelt de VHP-parlementariër.