De parlementariërs Edward Belfort (ABOP) en Ann Sadi (NDP) zijn van mening dat de huidige situatie in het land onhoudbaar is geworden voor de samenleving. “Het volk kan niet meer eten”, zeggen ze. De volksvertegenwoordigers vragen de aandacht van de regering voor de benarde situatie waarin mensen zich bevinden. De stijgende benzineprijs brengt volgens hen een kettingreactie teweeg, waardoor de samenleving het niet meer redt.
Belfort heeft in het parlement aangegeven dat de situatie in Suriname dermate uit de hand is gelopen dat het volk niet meer kan eten vanwege de onbetaalbare brandstofprijzen. “Leerkrachten bellen me en vertellen dat ze zelfs geld moeten lenen om naar school te gaan. Op dit moment kost een liter ongelode benzine boven de SRD 40. Eigenlijk werken ze om brandstof te kopen en misschien twee weken brood”, aldus de parlementariër.
Hij verwijst ook naar de recente protesten van verpleegkundigen om de koopkrachtversterking. Volgens Belfort is het bedrag van SRD 2500 bij lange na niet voldoende om de gevolgen van de stijgende brandstofprijzen te compenseren. Hij vraagt zich af wanneer de regering dermate beleid gaat voeren dat het volk kan leven en niet gestraft wordt. Belfort wordt hierin ondersteund door collega-parlementariër Sadi, die wijst op de gevolgen van de onbetaalbare brandstofprijzen in alle sectoren.
Sadi zegt dat een busrit in Commewijne niet meer te betalen is, terwijl de boothouders het ook niet meer aankunnen. “Ik vraag me soms af of de leiders niet meer weten wat ze moeten doen. Het volk kan het niet meer dragen”, aldus Sadi. Zowel zij als Belfort doet een dringend beroep op de regering om de stijgende brandstofprijzen aan te pakken en een beleid te voeren welke het volk in staat stelt om te leven.