Het onvermogen van deze regering om de financieel-economische crisis op te lossen, is de belangrijkste oorzaak van de recente koers escalatie. “U geeft toe dat het regeren van een land complex is, kennelijk voor u te complex, maar u trekt daar geen persoonlijke consequenties uit”, schrijft de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in een open brief aan de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), Albert Ramdin.
Integendeel probeert de minister de schuld van de wanprestatie van deze regering in de schoenen van organisaties buiten de regering, met name het maatschappelijk middenveld, te plaatsen. “ Dat u met een “A No Mi” benadering probeert ermee weg te komen is uw goed recht, maar niet over de rug van de VES”, laat de VES fel weten.
Het gebruikmaken van verifieerbare onwaarheden echter is een mens, en zeker een minister in dienst van de gemeenschap, niet toegestaan, is de VES van oordeel. De VES reageert op de opmerking van de minister op 5 april vóór aanvang van de Raad van Ministers vergadering.
Ze stelt verder dat Ramdin door de president als de direct verantwoordelijke is aangesteld van het ‘Platform koersstabilisatie’ dat in oktober 2022 is opgericht met als doel maatregelen te presenteren die zouden moeten leiden tot koersstabilisatie. Eind november 2022 heeft Ramdin als voorzitter van het platform een ‘Interventieplan’ gepresenteerd.
Na 4 maanden hebben deze maatregelen niet geleid tot koersstabilisatie, integendeel is de koers gestegen van SRD 30 naar SRD 37 voor US$ 1. De doorwerking hiervan in de prijzen heeft het volk verder doen verarmen. “En dit alles onder uw directe verantwoordelijkheid.”
Het is ook niet de schuld van de VES dat de samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is klemgelopen, voert ze verder aan. Ramdin was en is nog steeds daarin de leidende beleidsmaker en onder zijn leiding heeft Suriname telkenmale gewanpresteerd naar het IMF toe.
Sinds maart 2022 hebben de beleidsmakers, met de BIBIS-minister in de leiding, de door autoriteiten plechtig ondertekende EFF-overeenkomst met het IMF met de voeten getreden en zijn we in juni 2022 de derde, in september 2022 de vierde, in december 2022 de vijfde en in maart 2023 de zesde tranche misgelopen. Bij het aangaan van de EFF, heeft Ramdin en de regering keer op keer gezegd dat het programma van Suriname komt en dat het niet door het IMF is opgelegd. “Na uw overduidelijk falen wordt nu gedurfd de fout in de schoenen van het IMF te schuiven, met de grandioze analyse dat niet u en uw regering, maar het IMF inschattingsfouten heeft gemaakt”, schrijft de VES.
De VES merkt verder op dat de zovele buitenlandse reizen, inmiddels meer dan 50 op kosten van de gemeenschap, die Ramdin aan de samenleving telkenmale als groot succes probeert te verslijten de crisis niet helpen oplossen. Integendeel, het ‘diaspora kapitaal’ is nog steeds onderweg, Lazard blijft maar gemeenschapsgeld verslinden zonder zicht op schuldherschikking, het aantal aangekondigde buitenlandse vestigingen blijft maar stijgen (Rabat, Dakhla, Saoedi-Arabië (of VAE), Jeruzalem, Vaticaanstad en Genève) en de 150 investeerders staan nog steeds in de onzichtbare rij van BIBIS.
De VES hoopt dat Ramdin’s uitglijpartij op 5 april met valse aantijgingen naar de VES toe zich nimmer zal herhalen. Het is overduidelijk dat de minister de bestuurlijke- en sociaaleconomische vraagstukken waar ons land nog steeds voor staat niet aankan. De VES vraagt hem beleefd doch dringend om de VES daar niet in te betrekken, maar zelf de consequenties daaruit te trekken.
Open brief aan de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), Albert Ramdin:
https://www.srherald.com/wp-content/uploads/2023/04/9e66e7f0-30e7-a22e-c73f-c5b8b32d207b.pdf