In de zaak van Radj Oedit heeft raadsman Raoul Lobo vandaag verzocht om niet-ontvankelijkheid wegens schending van de redelijke termijn en wegens het feit dat het Openbaar Ministerie (OM) volgens hem misbruik heeft gemaakt van artikel 40 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering door de verdediging van de medeverdachten door het slijk te halen.
Lobo was op de zitting vandaag aan zet voor het houden van zijn pleidooi. Hij betoogt onder meer dat het OM en de politie in een tunnel zijn terechtgekomen, waardoor zijn cliënt geen kans van slagen had. Voorts dat verklaringen van medeverdachten alleen te hunnen aanzien gelden.
Oedit is in februari 2019 door rechter Maureen Dayala bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien jaar en een geldboete van SRD 350.000. Waarnemend procureur-generaal Shanta Mahadew heeft het Hof gevraagd om het vonnis te bevestigen.
De zaak is uitgesteld naar 3 april. Dan houdt waarnemend procureur-generaal Mahadew haar repliek.