Met de wijziging van de Wet op de staatsschuld is nu alleen de minister van Financiën en Planning bevoegd om leningen aan te gaan. De wetswijziging is op 3 maart met 26 stemmen vóór en 12 tegen aangenomen in De Nationale Assemblee (DNA). De wet is eerder reeds zeven keer gewijzigd.
Het doel van de nieuwe wijziging is uitbreiding van taken van het Bureau voor de Staatsschuld en om de wet beter te laten aansluiten op internationale standaarden. Dat nu gesteld wordt, dat alleen de minister van Financiën en Planning bevoegd is om leningen te sluiten, is volgens Stanley Raghoebarsing als verantwoordelijke bewindsman geen beperking.
Hij zegt dat het juist goed is om het aangaan van leningen te centraliseren en niet een situatie te hebben waarbij iedereen dit mag. Volgens de bewindsman wordt hiermee onoverzichtelijkheid en chaos voorkomen. In de wijziging zijn thans regels opgenomen om het obligoplafond te overschrijden.
Dat kan alleen als er sprake is van een economische recessie en effecten veroorzaakt door natuur- en klimaatrampen en andere vormen van noodtoestanden waarbij het Noodfonds is uitgeput. Het plafond mag dan overschreden worden met dien verstande dat binnen drie jaar de toestand wordt gewijzigd. Er is een periode van 13 jaar uitgetrokken om de staatsschuld terug te brengen naar 60%.
Volgens minister Raghoebarsing zijn er in de wet geen sancties opgenomen ingeval het Bureau voor de Staatsschuld zijn publicatieplicht niet nakomt. Het college van beheer ziet er wel op toe dat het bureau zijn taken uitvoert zoals in de wet is opgenomen. De publicatie vindt plaats in het staatsblad, twee dagbladen en op de website van het bureau.
Als de publicatie van de staatsschuld achterblijft, is dit volgens Raghoebarsing een ernstig signaal dat er iets mis is. De NDP-fractie protesteerde echter tegen het niet opnemen van sancties op dit stuk. Zij stemde tegen de wetswijziging, terwijl de fractie van de BEP en de NPS tijdens de stemming niet in de zaal aanwezig waren.