Gedurende vier maanden hebben 40 onderofficieren en 39 officieren kennis opgedaan om adequaat te kunnen functioneren binnen de defensieorganisatie. Hiermee heeft het ministerie van Defensie volgens minister Krishna Mathoera getoond dat er wordt geïnvesteerd in het personeel.
Ze gaf aan dat het om twee belangrijke opleidingen ging waarvan de certificaatuitreiking van de cursus bij het Instituut voor Defensie Opleidingen (IDO), gisteren, heeft plaatsgevonden. “We hebben mensen die titulair in een rang zitten, maar de opleidingen zijn nooit georganiseerd. Hierdoor zijn zij in hun loopbaan achtergehouden. Wij hebben gekozen voor ordening en om mensen niet in functies te plaatsen zonder hen de juiste competenties te geven,” zei Mathoera.
Deze opleidingen hadden enerzijds te maken met het loopbaanbeleid, maar anderzijds ook het vermogen dat wanneer de officier in die functie is, ook in staat is om de taken van die functie goed te vervullen, stelde de bewindsvrouw.
Op de officieren en onderofficieren die hun opleiding hebben afgerond, deed zij een beroep om soms met een opvoedende, begeleidende, coachende, beslissende of soms met een sterke hand hun personeel te leiden. Dit zal bepalend zijn voor hun gezag.
De bevelhebber van het Nationaal Leger, kolonel Werner Kioe A Sen, deed een beroep op de officieren en onderofficieren om hem en de leiding te ondersteunen in het verder ontwikkelen van de defensieorganisatie en vooral erop te letten dat moraal en ethiek niet wordt meegesleurd door de normvervaging die reeds plaatsvindt binnen de samenleving.
“Wij hebben allemaal gekozen om in deze organisatie te dienen. De kwaliteit van ons optreden als organisatie gaat niet alleen afhangen van mij als hoofdverantwoordelijke. Het hangt ook af van het professionalisme van eenieder hier in de organisatie. De steeds complex wordende wereld vereist van ons dus om kritisch te zijn, kritisch te blijven denken, maar vooral om onszelf te blijven scholen. Wees dus de lerende leider en manager”, aldus de legertopman.
De majoors Irish Sanches en Brian Landveld, respectievelijk commandanten van de Militaire Academie en Militaire School, stelden dat teamwork een belangrijke factor is geweest om deze vorming binnen de vier maanden af te ronden. Zij hopen dat deze militairen zich verder zullen blijven scholen.
“Onderofficieren en officieren, als u straks teruggaat naar uw eenheid, dan wordt er van u verwacht dat u voorbeeldig gedrag toont, uw mede-collega’s ondersteuning biedt, als adviseur optreedt van jongere onderofficieren en officieren en ook zorg draagt voor het trainen van uw manschappen,” zei Landveld.
Volgens hem zijn de officieren op dit moment toegerust met de basiscompetenties om hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden als officier en onderofficier adequaat te kunnen vervullen. “De vormingen hebben ertoe bijgedragen dat u daadwerkelijk nu bevoegd werkzaamheden zal mogen vervullen”, aldus majoor Landveld.