De gewezen minister Gillmore Hoefdraad komt niet opdagen en heeft zich bewust onvindbaar gemaakt. De waarnemend procureur-generaal, Garcia Paragsingh, heeft het Hof van Justitie gevraagd om Hoefdraad niet te ontvangen in hoger beroep. Ze voerde aan dat Hoefdraad, die voortvluchtig en onvindbaar is, niet zal verschijnen omdat die niet gelooft in een eerlijk rechtsproces.
De rechters Duncan Nanhoe, Subhas Punwasi, Anand Charan, Roy Elgin en Jimmy Kasdipowidjojo zaten aan. Paragsingh voerde aan dat zijn advocaat Murwin Dubois ook geen reden kan aangeven waarom Hoefdraad niet verschijnt.
Dubois geeft tegenover Suriname Herald aan dat het hof de zaak maandag heeft laten afroepen. De vervolging heeft namelijk een niet ontvankelijk verweer gevoerd, waarbij gevraagd is om zijn zaak niet in hoger beroep te behandelen. De vervolging heeft als argument aangegeven, dat Hoefdraad zowel in eerste aanleg als in hoger beroep degelijk en volgens de wet is opgeroepen.
Ondanks die deugdelijkheid is hij niet verschenen. Dubois heeft in zijn verweer aangegeven, dat de aanwezigheid bij een strafzaak het recht is van een verdachte. Dat recht mag hij naar eigen inzichten aanwenden.
Als hij aanwezig is, dan geeft hij aan dat hij van zijn recht gebruikmaakt. Als hij er niet is mag daaruit worden geconcludeerd dat hij daar geen gebruik van wenst te maken. Dubois beargumenteert dat de artikelen ervoor zorgen dat het rechtsmiddel van hoger beroep wordt uitgesloten door een verzetszaak.
Hiermee wordt een verkapte verplichting ingesloten, die aanleiding is geweest waarom Dubois namens zijn cliënt een verzoek heeft gedaan bij het Constitutioneel Hof om dit aspect te nader te bekijken.
Wanneer de verdachte bij verstek is gevonnist, verzet aantekent en dan niet verschijnt, vervalt het verzet. Hoger beroep staat niet open voor zo’n verdachte. De artikelen die een hogere instantie uitsluit druisen volgens Dubois in tegen de internationale verdragen waar Suriname deel van is.
Een van de uiteenzettingen van de internationale verdragen is dat wanneer er sprake is van het niet verschijnen van een verdachte, niet kan worden vastgesteld dat hij zich niet heeft laten vertegenwoordigen. Hij verwijst naar de internationale verdragen burger en politieke rechten en het internationale verdrag voor de rechten van de mens. Hoefdraad heeft zich laten vertegenwoordigen.
De zaak gaat 20 maart weer voor.