De uitspraak van het Constitutioneel Hof (CHof) heeft het land in een moeilijke positie geplaatst die we niet moeten onderschatten. Dit zei vicepresident Ronnie Brunswijk zaterdag tijdens een ABOP-vergadering. Het probleem is dat er op dit moment geen wet is om een verkiezing te organiseren, zei Brunswijk. De uitspraak van het CHof heeft gemaakt dat delen van de Kiesregeling, ongeldig zijn verklaard.
De ABOP-leider geeft aan dat het land in een dilemma zit. Tot op dit moment is er nog geen besluit genomen van wat gewijzigd moet worden en hoe dat gewijzigd moet worden. Brunswijk hield de aanwezigen voor dat de zetelverdeling voor grote onenigheid kan zorgen in met name het kiesdistrict Coronie. Volgens voorlopige conclusies zal Coronie niet meer over een zetel beschikken, zegt de vicepresident.
Brunswijk zegt dat hij hiervoor had gewaarschuwd. Toen heeft men het gezien als een bedreiging en spierballentaal naar instituten terwijl dat helemaal niet zo is. Volgens Brunswijk was zijn uitspraak slechts een waarschuwing om ergernis te voorkomen. “Ik heb willen waarschuwen om het land niet in een zodanige positie te plaatsen zoals dat nu het geval is.”
Het CHof heeft beslist en het is nu op het bord van de regering om een nieuw systeem te introduceren en te implementeren, zegt Brunswijk. Naar zijn zeggen zit Suriname op dit moment zonder een kiesstelsel. Brunswijk benadrukte dat deze zaak niet onderschat moet worden.
Om het stelsel te wijzigen zijn er 34 stemmen nodig in het parlement. Hij stelt dat we nu al bijna een jaar verder zijn en toch is er geen zicht op wanneer de wijziging van het kiesstelsel een feit zal zijn. De stap van het CHof is volgens de vicepresident niet bevorderlijk voor de verdere ontwikkeling van het land.
Voor politieke organisaties is het best wel moeilijk omdat zij ook moeten weten hoe ze zich moeten voorbereiden richting de verkiezingen. Hij vraagt de voorzitter van De Nationale Assemblee om zo snel mogelijk aan de slag te gaan zodat de zaak niet op het laatste moment helemaal vastzit. Dit zal dan niet goed zijn voor de democratie van ons land, aldus Brunswijk.