In het kader van het herstructureren van de gezondheidszorg heeft president Chan Santokhi vandaag op het Kabinet van de President een overlegmoment gehouden met medici. Bij dit overleg heeft centraal gestaan het inzetten van de restant verdragsmiddelen vanuit Nederland, ten behoeve van het duurzaam injecteren van de openbare gezondheidszorg. Een delegatie van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het ministerie van Volksgezondheid en de president hebben zich daarbij gebogen over diverse mogelijkheden.
Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid zegt dat er tijdens de ontmoeting inzicht is gegeven aan de president hoe de resterende verdragsmiddelen ingezet kunnen worden ten behoeve van de wederopbouw van de sector. Ook is het de bedoeling om inefficiënte situaties weg te werken, met als doel te besparen binnen de zorg om meer te kunnen investeren in de meest noodzakelijke zaken. Er is ook van gedachten gewisseld over verschillende voorzieningen, moderne- en technologische ontwikkelingen binnen de sector.
Verder is aangegeven hoe het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inhoud wenst te geven aan de samenwerking met Suriname. “Niet alleen financieel. Er moet een duurzaam plan zijn, want de verdragsmiddelen zullen opraken. Er is in dat kader ook een plan gepresenteerd voor de uitfasering van de verdragsmiddelen en de verzelfstandiging vanuit de begroting van het ministerie van Volksgezondheid.
“We hebben nu de steun dringend nodig om een aantal essentiële zaken te realiseren.” De onderhandelingen zijn een uitvloeisel van de hernieuwde samenwerkingsrelatie tussen Suriname en Nederland. De bewindsman zegt dat er verder gesproken is over zaken die nog uitgewerkt dienen te worden. “Wij gaan de bilaterale gesprekken nog verder voeren op ministerieel niveau en waar nodig op regeringsniveau.”
Het streven is om binnen korte tijd goedkeuring te krijgen voor de inzet van de middelen. “Wij hebben intussen gepresenteerd het initiële plan voor het herstellen van de sector. Wij hebben gepresenteerd hoe wij de middelen wensen in te zetten”, aldus de minister.
Hij zegt erbij dat het om een programma zal gaan, waarbij bepaalde zaken de sector rakende, projectmatig gefinancierd zullen worden. “Wij gaan voor een breed gedragen plan vanuit Nederland en Suriname.”