De Wet belasting over de toegevoegde waarde (btw) is vandaag in De Nationale Assemblee (DNA) met 26 stemmen voor en 12 tegen aangenomen. Er is nog veel ontevredenheid over de hoogte van het tarief van 10 procent. Hoewel enkele DNA-leden hebben gepleit om het tarief in overweging te nemen en voor een lager tarief te kiezen, hield de regering vast aan het tarief van 10 procent.
Dit resulteerde in het feit dat de BEP-fractie zich onthield van stemmen en de NDP-fractie tegenstemde. Opmerkelijk is dat ook de NPS niet blij was met de 10 procent en hun ontevredenheid heeft laten zien. Bij de stemming waren de NPS-fractieleider Gregory Rusland en Patricia Etnel uit protest niet aanwezig in de zaal.
Fractiegenoot Ivanildo Plein heeft wel vóór de wet gestemd en zei dat de NPS haar medewerking verleent onder voorwaarde dat de belastingverlagende wetten vóór 1 januari 2023 worden aangenomen, zodat zij samen met de btw in werking kunnen treden. Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, zei dat de NDP voorstander is van de btw, maar niet in deze hoedanigheid.
Hij gaf aan dat er in de afgelopen periode veel lastenverzwarende maatregelen zijn doorgevoerd. Parmessar is van mening dat de staat door de interne efficiëntie bij de Belastingdienst aan te pakken heel wat geld kan binnenhalen. Hij stelde voor dat de regering begint bij een btw-tarief van 5 procent, dat na evaluatie opgekrikt kan worden. Het tarief van 10 procent is volgens Parmessar niet te handhaven in een tijd waar de inflatie rond 50 procent is.
Stephen Tsang (NDP) vroeg zich af waarom de regering de samenleving gaat belasten om dan een deel terug te geven in de loonbelastingsfeer. Hij is van mening dat het tarief naar zes of zeven procent gebracht kan worden. Gezinnen met lagere lonen zullen het volgens Tsang relatief zwaarder hebben.
Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, zei dat de regering de belastingontduiking naar minimale proporties moet terugbrengen en dat er gewerkt moet worden aan de efficiëntie van de Belastingdienst. Zo kan het percentage teruggebracht worden. Het verschil kan dan door de andere middelen die hier en daar liggen gecompenseerd worden.
Chanrui Wang (VHP) bleef pleiten dat de btw in fases doorgevoerd wordt te beginnen met 5 procent, waarna het tarief gefaseerd opgekrikt kan worden, zodat samenleving zich kan aanpassen.
Minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning zei dat het tarief van 10 procent de ondergrens is. Hij gaf aan dat met een tarief van 5 procent het geen zin heeft om kosten te maken om de btw in te voeren.
De omzetbelasting kan dan liever gehandhaafd blijven, omdat de opbrengsten hetzelfde zullen zijn als wat de omzetbelasting zou binnenbrengen. Ook zal met een tarief van 5 procent geen ruimte zijn voor compensatie in de loon- en inkomstenbelasting en zal het sociaal vangnet programma ook niet volledig kunnen worden uitgevoerd.