De Nederlandse minister van Defensie, Anna Bijleveld-Schouten, is vanmiddag geland op de Johan Adolf Pengelluchthaven. Zij is op Zanderij verwelkomd door minister Krishna Mathoera van Defensie. Bijleveld-Schouten is van 7 tot en met 10 april op uitnodiging van minister Mathoera op werkbezoek in Suriname. Op agenda staan onder meer een bilateraal gesprek met Mathoera en haar defensieteam, een bezoek aan de Memre Boekoe kazerne en een beleefdheidsbezoek aan president Chan Santokhi.
In de nieuwe relatie met Nederland staat de defensiesamenwerking hoog op de agenda. Een hoogtepunt is de ondertekening van een intentieverklaring over de hernieuwde samenwerking op diverse gebieden van Defensie. Het gaat om een samenwerking tussen de Surinaamse Militaire Academie en de Surinaamse Militaire School met de Nederlandse Defensie Academie en de Koninklijke Militaire School in verband met opleidingen en trainingen, technische assistentie op het gebied van organisatieontwikkeling aan het Nationaal Leger en de Surinaamse Kustwacht.
Verder zal er kennisuitwisseling plaatsvinden ter bevordering van een militair ceremonieel, militair protocol en militaire muziek. In de kazerne zal er ook een symbolische overhandiging van nieuwe muziekinstrumenten plaatsvinden.
Voor het eerst in de geschiedenis is een Nederlandse minister van Defensie op werkbezoek in Suriname. In oktober 2007 kreeg Suriname bezoek van de Amerikaanse defensieminister Robert Gates, waarna in april 2008 de Braziliaanse Defensieminister Nelson Jobim naar Suriname kwam. In 2018 is wederom een Braziliaanse defensieminister op bezoek geweest. Het gaat om Raul Jungmann.
Het werkbezoek van de Nederlandse minister is een follow-up van gesprekken tijdens het hoog ambtelijk overleg afgelopen november 2020 in Suriname en ook van de bespreking tussen Bijleveld en de ministers Armand Achaibersing van Financiën en Planning en Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking gedurende hun werkoverleg in Nederland.
Partneren met de Nederlandse Defensie Instituten is vooral strategisch om de Nederlandse taal. Het vergemakkelijkt de uitwisselingsprogramma’s en het certificeringsproces van de Surinaamse docenten op de militaire academie. In het verleden hebben Nederlandse militairen ook al in de Surinaamse bossen getraind, de zogenaamde jungletrainingen. De voortzetting wordt opnieuw besproken.