De burgers Ricky Stutgard en Karel Donk hebben hoger beroep aangetekend in de zaak voor het opschorten van de mond- en neusbedekkingsplicht. Het verzoek daartoe is gisteren gedaan. De staat Suriname, met name het ministerie van Volksgezondheid, is in deze de gedaagde. Stutgard en Donk procederen in persoon.
Nadat het vonnis van de kantonrechter op 24 maart in het nadeel was van Donk en Stutgard hebben ze aangegeven, dat ze de hoop niet opgegeven. De kantonrechter heeft bij haar uitspraak in de kortgedingzaak verwezen naar de inzichten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), internationale- en nationale gezondheidsdeskundigen en het Outbreak Management Team.
Het lid van de rechtbank concludeert dat het dragen van een mond- en neusbescherming geen zodanige nadelige gevolgen heeft op de gezondheid. De maatregel mocht wel worden doorgevoerd. Zowel Stutgard als Donk zijn ervan overtuigd, dat het dragen van een mondkapje op lang termijn wel nadelen oplevert.
Vandaar dat steeds meer landen het dragen van een mondkapje verbieden. Stutgard en Donk stellen dat ondanks er overweldigend wetenschappelijk bewijs is dat mondkapjes medisch niet effectief zijn en integendeel zelfs schadelijk zijn voor de gezondheid, het dragen van mondkapjes verplicht wordt door de staat.
Hiermee doet de staat niet alleen een grove inbreuk op de fundamentele rechten, met name het recht op leven, het recht van eerbiediging en bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het recht op fysieke integriteit, maar dwingt de staat de burger om schade toe te brengen aan hun gezondheid. “Hier moet nu een eind aan komen,” zijn ze van oordeel.
Vishmohanie Thomas