Arbeiders van houtmaatschappij Greenheart, die zich hadden aangemeld bij het hoofdkantoor van het bedrijf aan de Duisburglaan in Paramaribo, zijn door de politie verwijderd. De arbeiders hadden zich aangemeld omdat ze nog uitbetaald moeten worden. Het is intussen al zeven maanden dat deze arbeiders geen loon hebben ontvangen. Het gaat om een groep van ongeveer 22 arbeiders.
De arbeiders hebben zich teruggetrokken in het C-47-gebouw. Ze zijn radeloos en geven aan dat zij de situatie niet meer aankunnen. “We hebben onze gezinnen die we moeten onderhouden. Onze kinderen gaan niet naar school omdat we geen schoolspullen hebben gekocht. We hebben dat geld niet. Het lijkt alsof we moeten komen bedelen, terwijl we voor het geld hebben gewerkt. Dit alles is begonnen met dat van een neuskapje,” geven ze aan in gesprek met Suriname Herald. Het gaat om arbeiders die werkzaam zijn in Apoera.
De werknemers zeggen zich in de steek gelaten te voelen, omdat ze een week terug naar vicepresident Ronnie Brunswijk waren geweest. Hij had hun beloofd stappen te zullen ondernemen, maar ze hebben intussen niets meer vernomen van hem.
“Het bedrijf doet wat ze wil. We hebben intussen de boodschap gestuurd naar president Chan Santokhi. Hij heeft gezegd dat hij bezig is en we zijn in afwachting,” geeft bondsvoorzitter Robby Berenstein aan.
De directe van de Greenheart Group weigert het uitgesproken vonnis van de rechter waarbij de arbeiders in het gelijk zijn gesteld, uit te voeren.
Ricardo Karwofodi, lid van het bestuur van de Greenheart Group Werknemersorganisatie, kan zich niet voorstellen dat het bedrijf zich zo opstelt en vraagt zich af waarom de autoriteiten niet kunnen optreden tegen het bedrijf. De bond heeft brieven gestuurd naar de overheid en ook naar De Nationale Assemblee, maar toch wordt er niets gedaan, zegt Karwofodi.
“Het is stressend en het tast onze leefsituatie aan. De normale zaken die we deden kunnen we niet meer doen. De bond heeft ondersteund met pakketten, maar we willen niet afhankelijk zijn van mensen. Het bedrijf moet de arbeiders uitbetalen. Ik heb tien jaar lang mijn krachten gegeven aan dit bedrijf en kijk wat voor behandeling we krijgen. We zijn juridisch nog steeds in dienst van Greenheart,” merkt hij op.
Volgens hem had het bedrijf ook ontslagvergunningen aangevraagd, maar die zijn afgewezen, omdat er niet voldoende argumenten waren. “Men wilde ook een eenzijdige afkoopregeling met ons sluiten, maar we hebben het niet geaccepteerd. De spanning tussen het bedrijf en de arbeiders is ontstaan omdat wij met een adequaat neuskapje willen werken en men had die niet in voorraad.”
De arbeiders kwamen toen met een alternatief om met een zakdoek en zelfgemaakte neuskapje te werken maar het lukte niet, omdat we zo in ademnood kwamen. Het was haast onmogelijk om zo te werken daar we met dat neuskapje gingen zweten, zegt Karwofodi.
Deze groep werknemers had in maart dit jaar aandacht van de werkgever gevraagd voor het creëren van veilige werkomstandigheden, waaronder het verstrekken van adequate goedgekeurde stofmaskers. Greenheart was van oordeel, dat zij niet in staat was de stofmaskers te verstrekken en had de werknemers verboden om op het werk te verschijnen. De directie heeft de arbeiders tot vandaag niet meer opgeroepen om te verschijnen aan het werk.
Simone Awanna