Vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk heeft gedupeerde medewerkers van Greenheart Group verzekerd, dat het vonnis tegen het bedrijf wordt uitgevoerd. Het door de rechter uitgesproken vonnis houdt in dat het houtbedrijf aan 22 gedupeerde arbeiders lonen moet uitbetalen vanaf de periode dat zij buiten functie zijn gesteld.
Volgens de vp moet een rechterlijk vonnis worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor het buitenlands bedrijf dat bovendien niet moet sollen met het Surinaams rechtssysteem. Medewerkers van Greenheart Group uit Apoera hebben gisteren een petitie aangeboden aan de vp. In de petitie wordt aangegeven dat 22 medewerkers die op arbeidsovereenkomst in dienst zijn van het bedrijf, het verzoek hebben gedaan voor adequate zuurstofmaskers voor het uitoefenen van hun werkzaamheden.
Deze maskers zijn nodig vanwege de grote hoeveelheid stofdeeltjes die vrijkomen tijdens het snijden en vervoeren van hout en houtproducten. Echter heeft het bedrijf dit verzoek afgewezen en als reactie daarop eerst een eenzijdige arbeidsovereenkomst opgesteld, waarbij de werknemers verplicht werden gesteld om zich binnen 48 uur op het werk te begeven. Vanwege het gevaar voor de gezondheid hebben de arbeiders besloten dit niet te doen. Daarna werd door het bedrijf aan deze 22 werknemers ontslag aangezegd.
De Greenheart Group Werknemersorganisatie heeft een zaak aanhangig gemaakt tegen het houtbedrijf en werd door de rechter in het gelijk gesteld. Volgens de uitspraak van de rechter moet het bedrijf aan de medewerkers de achterstallige lonen uitbetalen. Omdat het bedrijf hier geen werking van maakt heeft de bond besloten hulp te zoeken bij de overheid.
Vp Brunswijk heeft zijn volledige ondersteuning toegezegd en zal op kort termijn samen met de regering werken aan een oplossing voor deze kwestie. Hij zal ervoor zorgen dat Greenheart Group het rechterlijk vonnis uitvoert, meldt het Directoraat Volkscommunicatie.