Het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) heeft de dengue-alarmfase, die op 21 januari was ingesteld, opgeheven. Dit bevestigt Radjesh Ori, waarnemend hoofd Epidemiologie tevens nationale epidemioloog, in bijzijn van BOG-directeur Minouche Bromet tegenover Suriname Herald. De opheffing heeft gistermorgen plaatsgevonden op het BOG-hoofdkantoor.
In de eerste twee weken van januari waren 26 personen positief getest op dengue en reden genoeg om alarm te slaan. In samenwerking met de Milieu-inspectie zal een aanvang worden gemaakt met bespuitingen. Bromet legt uit dat het weer ook een belangrijke rol speelt. In december 2019 had het BOG de alertfase aangekondigd, vanwege de kleine regentijd.
“December, januari en februari zijn de maanden als je trends volgt, dat dengue de kans kan krijgen om op te komen. In december was de bevolking ingelicht om hun omgeving schoon te houden om een dengue-uitbraak te voorkomen”, zegt de BOG-directeur. De alertfase blijft van kracht, omdat in de regenseizoenen het aantal denguegevallen wederom kan toenemen.
Lage piek
De denguegevallen worden op weekbasis door het BOG gemonitord. Volgens de nationale epidemioloog is het belangrijk dat er geen pieken zijn. Suriname heeft voor 2020 een lage piek gehad. Ori legt uit dat bij dengue gesproken wordt over surveillance. Dit houdt in dat instellingen binnen de gezondheidszorg, denguegevallen rapporteren aan het BOG.
Ook sterfgevallen als gevolg van dengue worden bijgehouden. Er zijn momenteel 34 klinieken waarvan 31 actief zijn. “Door de jaren heen heeft het altijd gefluctueerd. In 2017 hadden we 17 actieve klinieken”, zegt de nationale epidemioloog. De meeste klinieken zijn van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD).
Er zijn ook enkele particuliere poliklinieken die worden meegenomen. “Belangrijk is dat je een geografische spreiding hebt om een goed beeld te krijgen in de kustvlakte.” Dit is volgens hem belangrijk om preventieve maatregelen te kunnen treffen. De opgestuurde informatie wordt doorgestuurd naar de Milieu-inspectie, die gaan inspecteren. Als het nodig mocht zijn, dan wordt er in een straal van honderd meter ook gespoten.
Ori benadrukte dat de surveillance niet is wat het wezen moet. Het BOG is bezig om nog meer rapportages van zowel ziekenhuislaboratoria als particulieren binnen te krijgen. Hij benadrukt dat bij wet alle poliklinieken, zowel die van de overheid als particulieren, een meldingsplicht hebben wanneer het gaat om dengue.
Wat het achterland betreft, houdt de Medische Zending zich daar bezig en wordt er wekelijks door hun rapportage gedaan. Bromet voegt eraan toe dat het nummer 178 al langer dan tien jaar bestaat en niet alleen voor COVID-19 is, maar dat er ook denguemeldingen op dit nummer kunnen worden gedaan door poliklinieken.
Ori legt verder uit dat dengue een milieuziekte is. Aan de hand van een early warning system wordt er gekeken naar parameters in het milieu en worden er op basis hiervan voorspellingen gedaan, als er een toename of afname zal zijn. Voor nu zijn er heel weinig meldingen. Dit kan volgens het BOG komen door de beperkte polibezoeken door COVID-19.
Cijfers
In 2019 waren er 19 gevallen van dengue. In de eerste vijftien weken van 2020 zijn er 243 meldingen van dengue. De nationale epidemioloog benadrukt dat men zich niet moet blindstaren op de cijfers. Niet bij alle denguemeldingen zijn er laboratoriumonderzoeken gedaan. “Aantallen zeggen je niet altijd veel, je moet kijken naar de trends dan zie je nagenoeg hetzelfde beeld.”
Ori zegt dat al onze epidemieën zich aan het begin of eind van het jaar voltrekken. Dit is volgens hem ook het geval in de regio. Hij geeft verder aan, dat er om de vier tot vijf jaar pieken zijn van dengue in de regio. “Dat was ook de verwachting dit jaar voor Suriname, vandaar ook die alertheid”, zegt Bromet.
Het BOG doet vandaag de laatste bespuitingen in het district Wanica voor dit jaar. De BOG-directeur geeft aan dat er in Paramaribo, Wanica en Commewijne bespuitingen zijn gedaan. Dit is gebeurd op basis van cijfers van positieve denguegevallen. Verder is ook gekeken naar de locaties van concentratie en klachten uit de samenleving.
Malaria
Op de vraag als wij net als malaria, dengue ook zullen bestrijden zegt de nationale epidemioloog dat het afhangt van de burgers zelf, omdat het gaat om broedplaatsen. Hij geeft aan dat de bewustwording langzaam maar zeker opgang komt. Echter is er nog een lange weg te gaan, als er gekeken wordt naar het aantal denguegevallen. Bromet zegt dat het BOG onverkort door zal gaan met het bewustmaken van burgers.
Het virus wordt verspreid door de Aedes aegypti-muskiet. Personen die besmet zijn kunnen het virus verder verspreiden, wanneer zij worden geprikt door een muskiet die de ziekte op haar beurt weer overdraagt. Als iemand dengue heeft opgelopen, blijft dit virus zeven tot tien dagen actief in het bloed.
De symptomen kunnen naast koorts en hoofdpijn ook gepaard gaan met pijn achter de ogen en in de gewrichten van handen en voeten. Bromet roept daarom de burgerij op om deze muskiet niet de kans te geven om vrij te kunnen broeden. Het ministerie van Volksgezondheid blijft adviseren om broedplaatsen van muskieten zoals waterhoudende voorwerpen, in en rondom het huis op te ruimen.