Het proces tegen zijn cliënt Desi Bouterse was volgens advocaat Irvin Kanhai al vanaf het begin een politiek proces. “Ik heb nu nog twee rechtsmiddelen: verzet en beroep. Ik ga ze allebei gebruiken”, zei hij zojuist op Radio SRS. Volgens Kanhai zijn er opzettelijk getuigenverklaringen genegeerd.
Advocaat Gerard Spong, die zich al vanaf 2000 inspant voor de zaak, is “buitengewoon verheugd” over de uitspraak van de rechter. “Dit is een heel, heel bijzondere dag voor Suriname. Met name ook omdat met dit vonnis is bewezen dat het een levendige rechtsstaat is. Moedig. Dat kan alleen maar gevierd worden”, zegt Spong aan Radio ABC.
Sunil Oemrawsingh, woordvoerder van de nabestaanden van de Decembermoorden, verwacht dat Bouterse binnen veertien dagen in hoger beroep gaat. “We hebben een heel sterk gevoel van rechtvaardigheid. Maar we zijn nog niet voldaan”, zegt Oemrawsingh aan de NOS.
Volgens Oemrawsingh zijn de nabestaanden “bijzonder tevreden” met het vonnis van de krijgsraad. “Wat we in de samenleving al decennia wisten, staat nu ook juridisch vast.”
De krijgsraad achtte zich bevoegd om te kunnen oordelen in de zaak tegen Bouterse in het 8-decemberstrafproces. Er zijn acht ten laste gelegde feiten bewezen tegen Bouterse. De rechter deed lang over het vonnis tegen Bouterse omdat alle getuigenverklaringen werden behandeld. Vanaf het moment dat de slachtoffers uit hun huis werden gehaald tot het moment na hun moord in Fort Zeelandia. Het vonnis bevat 120 pagina’s.
De rechters van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, Rewita Chatterpal en Suzanna Chu, zijn van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs is geleverd dat op 8 december 1982 vijftien burgers tijdens het toenmalige militaire bewind onder leiding van legerbevelhebber Bouterse zijn opgepakt en geëxecuteerd in Fort Zeelandia.