Het dorp Kalebaskreek is het tweede dorp dat voorzien is van een vuilverbrandingsoven. President Desi Bouterse heeft zondag in hoogst eigen persoon deze vuilverbrandingsoven in gebruik genomen. Met deze ovens moet voorkomen worden dat vuil overal wordt gedumpt. De volgende verbrandingsoven wordt over vier weken geopend te Corneliskondre.
Een maand terug was het first lady Ingrid Bouterse-Waldring die de eerste vuilverbrandingsoven in gebruik nam te Wageningen. Er zullen dit jaar in totaal twintig vuilverbrandingsovens op verschillende locaties worden geplaatst. Vier dorpen langs de Nickerierivier en het Wayambogebied zullen ook worden voorzien. Er zullen ook grotere plannen volgen voor wat de vuilverwerking landelijk betreft, verzekert minister Antoine Elias van Volksgezondheid de gemeenschap.
Elias zei zondag in gesprek met het Nationaal Informatie Instituut (NII) te Kalebaskreek dat de president het plan heeft opgevat om het binnenland te voorzien van vuilverbrandingsovens. Hiermee wenst de president in te spelen op een zoveel als mogelijk milieuvriendelijke manier van vuilverwerking. Met de vuilverbrandingsovens zal ook een enorme bijdrage worden geleverd worden aan de toeristen- en milieuvriendelijk houden van het binnenland. “Het is toerisme aantrekkelijk, want wanneer men het dorp bezoekt en men ziet hoe schoon het is, dan komt men vaker,” aldus minister Elias.
De minister zegt dat de oven te Kalebaskreek overgedragen is aan de districtscommissaris, die verantwoordelijk is voor het beheer. Er zijn mensen ter plekke getraind om de oven te bedienen. De minister zegt desgevraagd dat zo een oven mogelijk een levensduur van maximaal twintig jaar kan hebben. De verbrandingsoven kan per keer 150 kilo aan huisvuil verbranden en tot wel zes keer per dag. Materiaal zoals plastic, glas en blikken zijn niet voor de oven bestemd.