Het is het laatste dat een regeercoalitie wil hebben: twee parlementariërs van dezelfde partij die elkaar verbaal aanvallen in het college. Het zou zelfs een unicum genoemd kunnen worden; zeldzaam zoals het alleen maar kan gebeuren in een coalitie waar niet alle neuzen in dezelfde richting wijzen. En laat dat juist het kenmerkende zijn van de huidige regeercoalitie. Behalve dat het kabinet gespleten lijkt – en dat parlementariërs van de VHP en ABOP elkaar liever uit de weg gaan – wordt het ook nog duidelijker dat niet het niet botert tussen de assembleeleden van de grootste coalitiepartij.
Dat werd deze week weer eens duidelijk toen VHP-fractieleider Asis Gajadien zijn partij- en coalitiegenoot Kishan Ramsukul als een van jongste politieke telgen van de familie publiekelijk op zijn plaats zette. Ramsukul kon zich niet scharen achter de gewijzigde Casinowet en maakte dit ook duidelijk kenbaar, wat Gajadien als hoeder van het casinowezen in Suriname, in het verkeerde keelgat schoot.
De fractieleider betitelde zijn partijcollega als een “jong lid dat nog lerende is en weinig kennis draagt van zaken”. Ramsukul beet vervolgens van zich af met de retorische vraag hoeveel stemmen Gajadien – in diens kielzog BEP-fractieleider Ronny Asabina die ook op Ramsukul gereageerd zou hebben – bij de verkiezingen gehaald hebben. Partijgenoot Dew Sharman, die op dat moment de vergadering leidde, koos duidelijk de kant van Gajadien door Ramsukul tot tweemaal toe het woord te ontnemen.
Het gekijf is kenmerkend voor hoe het eraan toe gaat binnen de regeercoalitie, waar de president en vicepresident openlijk de onvrede over elkaar in de media ventileren, en waar parlementariërs van beide coalitiepartners elkaar, de president en vicepresident openlijk in de pers bekritiseren. Het zal niet verbazen wanneer president Chan Santokhi als leider van de VHP het parlementaire gekrakeel waaronder zijn partij c.q. regering lijdt, zal afdoen als “dat is democratie”.
Het staatshoofd lijkt echter meer met zijn hoofd bij het opnieuw werven van regeermacht te zitten dan het bij elkaar houden van zijn partij- en coalitieleden. Hij bespaart desnoods kool en geit dan ze in deze met stemverheffing tot orde te roepen. Het is toch dezelfde president en partijvoorzitter die de afgelopen dagen bijna schuimbekkend zijn misnoegen over het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer kenbaar heeft gemaakt. Verwacht wordt dat hij zich net zo scherp kan uiten om de eenheid binnen de coalitie te bewaren.
De onderlinge onenigheid over de gokwetten heeft wederom blootgelegd dat het hapert aan de onderlinge communicatie en dat ook binnen de VHP de interne onvrede toeneemt. Het is immers publiek geheim dat men binnen de partij niet bijster tevreden is met het beleid, dat niet alleen, maar ook over de koers en belangen van sommige leden.
In een vroeg stadium had ABOP-parlementariër Edward Belfort reeds zijn ongenoegen doen blijken over de weg die zowel president Chan als vicepresident Ronnie Brunswijk zijn opgegaan, en intussen leeft hij op gespannen voet met de rest van de parlementaire ABOP/PL- en VHP-familie. Waar Belfort er weinig tijd voor nodig had het beleid te beoordelen, heeft het binnen de gelederen van de oranjepartij enige tijd geduurd voordat men doorhad dat Santokhi er een andere agenda op na houdt: koste wat het kost opnieuw president worden en al het andere dat er gebeurt, oplossen middels het aanstellen van nutteloze commissies.
Daarentegen is men bij de ABOP bang om aan het leiderschap van Brunswijk te komen; je zou eenmaal niet als Belfort uitgekotst willen worden om vervolgens als een enkeling in het parlement aan de grillen van de rest en de parlementsvoorzitter overgelaten worden.
Maar ook het langste touw heeft een eind. Hoe lang deze taferelen nog zullen doorgaan, is niet te voorspellen, maar overduidelijk is dat het weleens tot een uitbarsting zal komen. Het is maar de vraag of het nou in het parlement, in het regeringsgebouw (tijdens de ministerraad) of op het Kabinet van de President (tijdens de regeringsraad) zal gebeuren.
Feit is dat de verdraagzaamheid over de gehele coalitielinie langzaamaan aan het wegebben is. Het geduld raakt op, naarmate de tijd vordert en er maar geen verandering optreedt. “U heeft mijn toon gehoord. Laat de politieke consequenties aan mij over”, zei president Santokhi vorige week vrijdag aan de Peprepinweg. Hij doelde op de aanpak van de grondroof, welke zijn kabinet teistert en knaagt aan zijn presidentschap. Echter is het vooralsnog gissen wat zijn toon en de consequenties zullen zijn wanneer straks bij de begrotingsbehandeling de onvrede zodanige proporties heeft bereikt, dat de regering niet meer op de meerderheid kan rekenen. Wie weet begint dat al gauw met een afvallige VHP-parlementariër à la Belfort.