De regering heeft aan alle ambtenaren deze maand een loonsverhoging gegeven van 17 procent. Sommigen genieten zelfs van een verhoging van 100 procent. Ook de sociale groepen hebben een extraatje gekregen. Zoals bekend is zal je nooit eenieder tevreden kunnen stellen. Vele ambtenaren hebben zich erover uitgesproken. Sommigen beweren, dat zij niet bijzonder veel erop zijn vooruitgegaan. Weer anderen vinden dat de regering liever niets had gegeven en beter had gekeken naar de prijzen in de winkels.
Gebleken is dat zodra ambtenaren een salarisverhoging krijgen de prijzen in de winkels enorm stijgen. Nu wordt als een van de redenen voor de prijsverhogingen de oorlog in Oekraïne genoemd. Het is zo ernstig dat spijsolie nu een luxeproduct geworden is. Achteraf is gebleken dat groothandelaren spijsolie hebben gehamsterd om meer winst te maken, want zonnebloemolie komt niet alleen uit Oekraïne.
Om terug te komen op de verhoging van de ambtenaren. Er is vaak kritiek op deze groep, omdat er in sommige gevallen zeven-even wordt gewerkt. Komt nog bij kijken dat de overheid niet aan deze groep verdient. Bij menigeen rijst de vraag of de verhoging aan de ambtenaren wel gerechtvaardigd is. Sommigen verschijnen nauwelijks op het werk of hebben niets te doen, maar ontvangen aan het eind van iedere maand hun salaris.
Het is niet deze overheid alleen. Over de hele linie zien we dat het ‘ambtenaar-zijn’ gewaardeerd wordt in plaats van particuliere initiatieven. Politieke partijloyalisten krijgen een baan als ambtenaar, omdat die beloond moeten worden. Als we de begroting van elke regering van de afgelopen periode nader bekijken zien we dat de salarissen van ambtenaren het zwaarst drukken op de staatsbegroting.
Het lijkt soms wel heel erg oneerlijk tegenover de groep die niet in de positie verkeert om zelfs maar een dag, zonder af te melden op het werk, thuis te blijven simpelweg omdat er productie moet worden geleverd.
Particulieren zijn veelal niet in staat om hun personeel blij te maken met een verhoging. Dit kan gewoon niet, omdat we een behoorlijk moeilijke periode achter de rug hebben waar in sommige gevallen personen hun baan zijn kwijtgeraakt of omdat de baas geen verhoging kan toekennen vanwege tegenvallende omzetten. De particulieren zitten met de handen in het haar.
Een groep die steeds weer als laatst wordt gehoord is het verplegend personeel. Vooral in de COVID-periode hebben zij dag en nacht hun krachten gegeven om aan het bed te staan van de patiënten. Zij hebben onder zeer zware druk moeten werken. Wat blijkt nu? Zij lijken weer een vergeten groep en hebben de 17 procent loonsverhoging niet gekregen. Terecht mogen zij dan wel boos worden, want als zij minder hadden gepresteerd tijdens de COVID-19-pandemie zou de situatie in het land veel erger zijn. Moeten zij eerst in actie gaan voordat zij gehoord worden? Zij hebben net als alle andere personen ook verplichtingen.