In augustus 2017 zei president Desi Bouterse in De Nationale Assemblee, dat men moet wachten tot de verkiezingen van 25 mei 2020. Opvallend is dat Bouterse op een gisteren gehouden meeting in Ocer opriep tot een nationale dialoog waaruit vervroegde verkiezingen moeten voortvloeien. Kennelijk kan de oud-president niet rustig wachten tot de verkiezingsdag zoals hij toen riep naar zijn tegenstanders. Of als hij geluk heeft zal zijn opvolger president Chan Santokhi zijn in Nederland geuite zinspelingen ‘verkiezingen in 2025 of eerder’ misschien wel in daden omzetten.
Maar al bij al was het gisteravond toch een gezellige happening. Gereed met popcorn kon men het geheel in persoon volgen of via de socialemediakanalen van de tweede grootste partij van het land, de NDP. Het was een succesvolle krachtmeting. De onlangs gehouden zogenaamde online massameeting van de ABOP, zal bij lange na niet dat bereik hebben gehad, laat staan het aantal mensen dat daar op de been was.
Het was de NDP op z’n best. Een goed georganiseerd geheel, dat naar buiten overkwam als een goed geoliede machine. Het publiek werd goed opgezweept door notabene twee MC’s. Een mengelsmoes van ons volk was in Ocer. Dat mag wel gezegd worden. Alle bevolkingsgroepen gaven acte de présence. Dat is de echte leer. Bij andere partijen is het plastic met die zogenaamde geforceerde bromti dyari vertoning.
De ontevredenheid in het land is groot, zeker onder de NDP-achterban. Er is een armoedevraagstuk in het land. De mensen willen de straat op, maar Bouterse wil een nationale dialoog en dan moeten er vervroegde verkiezingen worden gehouden door de zittende regering. Opvallend is dat geen van de flamboyante sprekers gisteravond oplossingen hebben aangedragen voor de grote problemen in het land. Het was meer een opsomming van de problemen waarmee we te kampen hebben, zonder enige zelfreflectie van hoe we in deze situatie zijn beland. Als het land zich in troebel water bevindt, waarom wil je het overnemen als je tien jaar lang geen goede job hebt gedaan?, lijkt een legitieme vraag te zijn. Wie wil nu een bedrijf dat e sungu overnemen.
Dat NDP-politici zich gisteravond op zo een toon hebben uitgelaten over de huidige regering, is vooral te wijten aan het huidige leiderschap in ons land. Vóór de verkiezingen van 25 mei 2020 liep Santokhi stad en land af om zijn boodschap van hoop te verkondigen en alles wat fout was onder Bouterse zou worden aangepakt, als hij aan de macht zou komen. Het wanbeleid van de regering-Bouterse werd fel bekritiseerd.
Ook zou Santokhi een einde maken aan alle nepotisme en vriendjespolitiek. Er stonden zogenoemde diaspora Surinamers klaar om in te komen met geld. De wereld zat te wachten op de komst van Santokhi en eenmaal aan de macht zouden investeerders ons land binnenstromen. Binnen twee maanden zouden de noden van het volk zijn opgelost. Men zou het volk niet bezwaren met nog meer lasten.
Al deze beloften blijken na anderhalf jaar eerder loos dan bewaarheid te zijn. Het volk is sinds het aantreden van deze regering constant de kosten ingejaagd. Het nepotisme is in verhevigde vorm voortgezet en het zo gehekelde Internationaal Monetair Fonds, is ondanks felle protesten toen, toch binnengehaald. Voor communicatie verdient deze regering ook geen schoonheidsprijs. Het volk klaagt, maar de regering lijkt Oost-Indisch doof te zijn. Zaken worden gewoon doorgevoerd zonder te communiceren met het volk.
Ineens komt er een brug naar Guyana zonder dat het grensgeschil met ons buurland is opgelost. Sterker nog, nu pas heeft onze regering de Verenigde Naties aangeschreven om na te gaan welke kaart deze wereldorganisatie van Suriname heeft. Dit lijkt wel omgekeerd werken. Zorg er eerst voor dat je grenzen duidelijk zijn, voordat je een brug gaat bouwen naar het land waarmee de grens betwist wordt.
De benoemingen van friends and family, die vóór de verkiezingen zo fel bekritiseerd werden, lijken intenser dan onder de regering-Bouterse. De president had in september 2021 bij een werkbezoek aan Nederland nog plechtig beloofd dat hij er een einde aan zou maken en daar waar nodig correcties zou aanbrengen. Nadat de vicepresident zei dat niemand aan zijn benoemingen komt, was daarmee de kous af. We hebben nu ook nog een super first lady compleet met eigen seal met veel competenties en meerdere functies, terwijl in Suriname de first lady een sociale functie heeft ter ondersteuning van het staatshoofd. Zo is het altijd geweest. De ontevredenheid hierover is groot, maar er wordt niet geluisterd.
Dan moet het niet bevreemden dat er zoveel mensen aanwezig waren in Ocer. Men is ontevreden en de roep om verandering is groot. Bouterse vertolkt de ontevredenheid die leeft onder zijn aanhang en delen van de samenleving, die met zestien in het parlement vertegenwoordigd zijn. Maar vervroegde verkiezingen? Die zullen er niet zomaar komen. De NDP weet als geen andere dat de grondwet hier niet makkelijk mee omgaat. De termijnen van de president en leden van de volksvertegenwoordiging zijn grondwettelijk vastgesteld op vijf jaar. Het is niet eenvoudig om hiervan zomaar af te wijken zoals we hebben gezien in 1999. De grondwet voorziet hier niet in.
Bovendien lijkt het verstandig om eerst goed te kijken naar het huidige kiesstelsel omdat daar veel ontevredenheid over is. Elke vijf jaar weer ervaren delen van het volk hoe onrechtvaardig dit stelsel werkt. In Suriname krijgt de minderheid van het electoraat, de meerderheid van de zetels in de volksvertegenwoordigende organen. Dit is erg ondemocratisch.
Ook zal men moeten kijken naar het systeem van verkiezing van onze president. De wijze van verkiezing van onze president is niet alleen rommelig, het verkiezingsproces is ook niet transparant en in feite ondemocratisch. De kiezer weet van tevoren nooit wie de presidentskandidaat is en heeft er ook geen invloed op omdat we in ons land geen door het volk gekozen president hebben.
Het houden van een verkiezing nu, zal geen oplossing brengen in de problemen waarin ons land zit. Het is aan te bevelen om eerst te kijken naar de spelregels van ons kiesstelsel en de wijze van verkiezing van de president. Als we dit niet doen, gaan we na de volgende verkiezing weer klagen zoals we nu doen. Oud-president Jules Wijdenbosch heeft al bergen werk verzet inzake de wijziging van het kiesstelsel. Ook heeft de Staatscommissie Grondwetsherziening na jaren werken het eindverslag aan de vorige president aangeboden. Men hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Ga aan de slag met wat er al is en pas aan wat aangepast moet worden. Hou dan een referendum zodat het volk zich kan uitspreken over de voorgestelde wijzigingen. Daarna kan men naar de verkiezing.